DOI Artikel:
Vos, P. D. de: Een blik op het ontstaan en de verdere ontwikkeling van Zierikzee
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0081
VERDERE ONTWIKKELING VAN ZIERIKZEE
65
aan de inwoners van Zierikzee, die Denemarken en Schonen bezoeken, eenige
voorrechten. Dat de handel op de Oostzee van groote beteekenis was, leeren ons de
registers van den Sondtol. In 1368 toch keerden 96 schepen van Zierikzee huiswaarts
met eene waarde van ruim een millioen gulden tegenwoordige munt en in 1369
waren er 83 schepen van hier. die ruim negen ton gouds waarde te Zierikzee
invoerden. Om die cijfers te kunnen beoordeelen, vergelijke men daarmee het getal
schepen dat Amsterdam en Dordrecht in genoemde jaren op de Oostzee varende
hadden. Dat getal was voor eerstgenoemde stad respectievelijk 200 en 141 en voor
laatstgenoemde 74
en 48.
Die vaart ter
zee maakte het ook
gewenscht, dat aan
Schouwens weste-
lijk eind in de
duinen een baak of
landteeken werd
gezeten drie tonnen
in zee gelegd, waar-
voor de schepen,
die „buiten duinen
voeren” iets moes-
ten betalen, gelijk
zulks in 1352, 1363
en 1388 geregeld
werd. Zoover is na
te gaan, is Zierik-
zee, in den eigen-
lijken zin van het
woord, echter nim-
mer een Hanzestad
geweest. Op han-
delsgebied kwamen
met concurreeren-
de steden vaak kwesties voor, zoo onder andere met Dordrecht, als bezitster van het
bekende stapelrecht. Maar bij uitspraak van hertog Albrecht in 1380 werd beslist, datnoch
Zierikzee, noch Middelburg daaraan onderworpen waren. Zoo kon dus onze stad b.v.
haar zout vrij naar Duitschland vervoeren zonder het te Dordrecht te verstapelen.
Dat Zierikzee beschikte over eene groote menigte flinke vaartuigen, blijkt uit
het feit, dat de hertog aan de stad (denkelijk in 1398) verzocht hem 25 groote
schepen te leveren, behoorlijk geproviandeerd en gereed, om gewapende manschappen
over te brengen voor zijn tocht tegen de Oostfriezen.
8. Noord-Haven-Poort. Stadzijde.
65
aan de inwoners van Zierikzee, die Denemarken en Schonen bezoeken, eenige
voorrechten. Dat de handel op de Oostzee van groote beteekenis was, leeren ons de
registers van den Sondtol. In 1368 toch keerden 96 schepen van Zierikzee huiswaarts
met eene waarde van ruim een millioen gulden tegenwoordige munt en in 1369
waren er 83 schepen van hier. die ruim negen ton gouds waarde te Zierikzee
invoerden. Om die cijfers te kunnen beoordeelen, vergelijke men daarmee het getal
schepen dat Amsterdam en Dordrecht in genoemde jaren op de Oostzee varende
hadden. Dat getal was voor eerstgenoemde stad respectievelijk 200 en 141 en voor
laatstgenoemde 74
en 48.
Die vaart ter
zee maakte het ook
gewenscht, dat aan
Schouwens weste-
lijk eind in de
duinen een baak of
landteeken werd
gezeten drie tonnen
in zee gelegd, waar-
voor de schepen,
die „buiten duinen
voeren” iets moes-
ten betalen, gelijk
zulks in 1352, 1363
en 1388 geregeld
werd. Zoover is na
te gaan, is Zierik-
zee, in den eigen-
lijken zin van het
woord, echter nim-
mer een Hanzestad
geweest. Op han-
delsgebied kwamen
met concurreeren-
de steden vaak kwesties voor, zoo onder andere met Dordrecht, als bezitster van het
bekende stapelrecht. Maar bij uitspraak van hertog Albrecht in 1380 werd beslist, datnoch
Zierikzee, noch Middelburg daaraan onderworpen waren. Zoo kon dus onze stad b.v.
haar zout vrij naar Duitschland vervoeren zonder het te Dordrecht te verstapelen.
Dat Zierikzee beschikte over eene groote menigte flinke vaartuigen, blijkt uit
het feit, dat de hertog aan de stad (denkelijk in 1398) verzocht hem 25 groote
schepen te leveren, behoorlijk geproviandeerd en gereed, om gewapende manschappen
over te brengen voor zijn tocht tegen de Oostfriezen.
8. Noord-Haven-Poort. Stadzijde.