Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI article:
Vos, P. D. de: Een blik op het ontstaan en de verdere ontwikkeling van Zierikzee
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0089

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
VERDERE ONTWIKKELING VAN ZIERIKZEE

73

privilegiën, hare poortdeuren, 30.000 Rijnsche guldens en aan twaalf der voornaamste
schuldigen het hoofd.

Nog eenmaal haalde de stad zich den vorstelijken toorn op den hals, toen
zij de te Sluis verblijvende Hoekschgezinden tegen hertog Maximiliaan gesteund
had. Door ’s Keizers veldheer Albrecht van Saksen overrompeld, moest de stad zwaar
boete doen en werden aan de Zuid- en Noordhavenpoorten tot bedwang der plaats
blokhuizen aangebouwd. Eerst in 1507 werden die afgebroken en de poorten en

muren weder in den ouden staat
hersteld.

Maar hiermede komen wij
reeds in de 16e eeuw, eeuw van
geweldige veranderingen en be-
roeringen, van snelle afwisseling
van voor- en tegenspoed. Nu eens
gaf handel, zoutnering of scheeps-
bouw ongeloofelijke winsten, dan
weer dreigden vuur of water de
stad met ondergang. In 1509 en
1512 gingen veel schepen verloren
door storm, in 1510 brachten de
Lubeckers ter zee groot nadeel aan
Zierikzeesche schepen toe, in 1519
gingen 15 of 16 groote schepen te
gronde en verloren 400 zeelieden
het leven, eene ramp die wel eens
in verband is gebracht met de
staking van den torenbouw. Dan
kwam de Sint Felixvloed van 5 No-
vember 1530Schouwen en dus ookin-
direct de stad teisteren. In April 1525
werden 125 huizen en 77 zoutketen,
alle buiten de bebouwde kom ge-
legen, door vuur vernield, welke
schade op f150.000 begroot werd.
Die zoutketen waren niet gelijk de
tegenwoordige, groote steenen ge-
bouwen, maar kleine houten of
leemen met riet gedekte huisjes, meest overblijfselen van de in 1515 weder streng
verboden moernering, waarin nu met een enkele pan het uit Biscaye aangevoerde
ruwe zout bewerkt werd.

Maar erger beproeving was in aantocht. Had in 1518 de pest hier 3200
slachtoffers geëischt, zoodat nog 3500 communicanten of misgangers overbleven, in
 
Annotationen