Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Korte Beschrijving van de Monumenten te Zierikzee
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0106

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
90 KORTE BESCHRIJVING VAN DE MONUMENTEN TE ZIERIK2EE

Het Raadhuis (Afb. 10) beantwoordt hieraan ten volle, al moge de ligging in de
vrij nauwe Meelstraat ook ongunstig werken. Het thans onder één bergsteenen gevel
gevatte gebouw bestaat uit drie gedeelten: het oude raadhuis uit 1554, ter breedte
van 6 ramen, de Vleeschhal met den toren, welke het oudste gedeelte oorspronkelijk
vormden, ter breedte van 2 ramen, hetwelk in 1775 onder den stadsarchitect Johannes

van Es met een in navolging van het raadhuis
ontworpen nieuwen gevel is bekleed, en de
Pannemakerskamer, welke in 1776 bij het
raadhuis is aangetrokken en toen met een
gelijken gevel is versierd.

De zes ramen breede hoofdgevel bestaat
uit eene lage onderverdieping met hardsteenen
plint en een poortje met geprofileerden korf-
boog, waarboven in 1775 het stadswapen is
geplaatst, en eene door een waterlijst hiervan
gescheiden verdieping met groote vensters,
die in 1775 in de plaats zijn gekomen van
de oude kruiskozijnen en in 1848—1850
weder verder zijn gemoderniseerd. De kozijnen
zijn gedekt door driehoekige frontons en de
gevel eindigt in een dubbelen renaissancetop,
waarop het jaartal 1554 in de ankers is aan-
gebracht. De gevel is versierd met 26 fraai
gesmede ankers, die tevens zijn ingericht tot
het dragen van flambouwen of vlaggestokken ;
het aansluitend gedeelte van de Vleeschhal is
in 1775 versierd met 7 naar de oude voorbeel-
den gecopieerde sierankers en met een ge-
profileerd poortje uit dien tijd.

! 29. Fragmentgevel Vischslop C 394. De toren is achtkant opgetrokken met

recht op de as van het hoofdgebouw verlengde
vakken en is gelijk met het raadhuis gebouwd (1550—1554). De houten spits met open
koepel, overgaand in een peervorm, is bekroond door een open koepeltje, waarboven
een Neptunusbeeld uit de 18de eeuw, als symbool van de oude zeevaart. De stijlen,
waaraan de klokken hangen, zijn in 1876 bekleed en de top is in 1886 vernieuwd.
In den koepel hangt een carillon van 14 klokken, waarvan 13 tusschen 1550 en
1554 gegoten zijn door Peter van den Ghein en een, zonder jaartal, uit 1607 stamt.
In de uurwerkkamer vindt men nog het oude uurwerk uit 1554 en een opschrift
uit 1740.

Het raadhuis wordt op zijde tusschen twee trapgevels besloten. De achtergevel
is vlak gehouden en van baksteen opgetrokken met twee topgeveltjes, sierankers en
kruiskozijnen. De uitgebouwde vierkante traptoren eindigt in vier topgeveltjes. De
 
Annotationen