150
NOGMAALS: REMBRANDT EN LASTMAN
reeds elders gezochte — schakel in vindt, die het werk van Lastman verbindt met
dat van zijn illusteren leerling. Immers, beter dan in Rembrandt’s teekening naar
de „Offerstatie te Lystra” ') vindt men in deze compositie, die aan Rembrandt
wel moet bekend geweest zijn, alle elementen, die de leerling in zijn predicatie-
grauwtje tot een zooveel boeiender geheel zal samenbinden.
Nu deze compositie bekend is geworden wint ook de hypothese van Prof. Six
dat Rembrandt zijn grauwtje eerst later aan alle zijden vergroot zou hebben * 2), aan
‘) Vgl. Bulletin VIII pag. 40.
2) Ibid. pag. 141.
Dit is de reden, dat de Berlijnsche grisaille hier in den eersten toestand, dus met weglating van
de later aangezette en beschilderde strooken wordt afgebeeld.
Bij vergelijking blijkt dan de opbouw van de compositie — met ter rechterzijde Johannes die op
een grooten steen vóór den begroeiden rotswand staat te oreeren; om en naast hem de toehoorende
schare (zie de vrouw die haar kind vermaant stil te zijn, en details als de hengselmand aan een arm!);
ter linkerzijde als afsluiting van den groep de twee aandachtig luisterende ruiters en tenslotte het
verschiet met Jordaandal en hoogen brug, — het treffendste punt van overeenkomst te zijn. Het zou
NOGMAALS: REMBRANDT EN LASTMAN
reeds elders gezochte — schakel in vindt, die het werk van Lastman verbindt met
dat van zijn illusteren leerling. Immers, beter dan in Rembrandt’s teekening naar
de „Offerstatie te Lystra” ') vindt men in deze compositie, die aan Rembrandt
wel moet bekend geweest zijn, alle elementen, die de leerling in zijn predicatie-
grauwtje tot een zooveel boeiender geheel zal samenbinden.
Nu deze compositie bekend is geworden wint ook de hypothese van Prof. Six
dat Rembrandt zijn grauwtje eerst later aan alle zijden vergroot zou hebben * 2), aan
‘) Vgl. Bulletin VIII pag. 40.
2) Ibid. pag. 141.
Dit is de reden, dat de Berlijnsche grisaille hier in den eersten toestand, dus met weglating van
de later aangezette en beschilderde strooken wordt afgebeeld.
Bij vergelijking blijkt dan de opbouw van de compositie — met ter rechterzijde Johannes die op
een grooten steen vóór den begroeiden rotswand staat te oreeren; om en naast hem de toehoorende
schare (zie de vrouw die haar kind vermaant stil te zijn, en details als de hengselmand aan een arm!);
ter linkerzijde als afsluiting van den groep de twee aandachtig luisterende ruiters en tenslotte het
verschiet met Jordaandal en hoogen brug, — het treffendste punt van overeenkomst te zijn. Het zou