DOI article:
Mededeelingen en korte berichten
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0263
MEDEDEELINGEN EN KORTE BERICHTEN
243
zich tot ontwerpen van rijken vorm op de oudste
tegels met tinglazuur met schitterende en zeldzaam
diepe blauwe, groene, gele en bruine kleuren.
In later jaren treedt het meetkundige schema
daarentegen als het ware meer verborgen in de
motieven uit de planten- en dierenwereld naar
voren.
In de 18e eeuw spreekt uit het décor een geheel
andere geest. Wel blijft de ornamenttegel bestaan,
doch daarnaast zijn het vooral illustraties van of
voorstellingen uit het huiselijk en maatschappelijk
leven, bijbelsche verhalen, herderstafereelen, land-
schappen, scènes uit hef krijgsleven enz., die onze
aandacht vragen.
Haar grooten rijkdom ontleent de collectie echter
hoofdzakelijk aan het uitgebreide aantal groote
tableaux van circa 36 a 48 in kleur en in kwaliteit
uitnemend bij elkaar passende exemplaren. Eerst
in groote velden tezamen gebracht komen de tegels
ten volle tot hun recht; zij toch vermogen pas
een denkbeeld te geven van de groote decoratieve
waarde en het schitterend kleureneffect dezer
tegelbekleeding. Juist uit deze complexen blijkt,
dat bij het tegelornament het accent hoofdzakelijk
valt op het rythmisch spel van lijnen en kleur-
vakken, hoekvullingen en randversieringen, terwijl
de voorstellingen op zichzelf steeds een secundaire
rol vervullen. Door de groote decoratieve en pic-
turale qualiteiten, de rake, breede teekening, passen
deze tegelversieringen, in het bijzonder die der
17e eeuw, zich op uiterst gelukkige wijze aan de
architectuur aan.
Een bezichtiging der collectie zal doen zien, dat
in den uitstekenden staat van gaafheid, de schit-
terende kleurenpracht der tegeldécors en van het
daarmede nauw verband houdende Noord-Neder-
landsche aardewerk, waarvan een aantal merk-
waardige stukken door den heer Schouten in
bruikleen zijn afgestaan, de Hollandsche ceramiek-
kunst zich hier vertoont op haar allerbest.
I. C. E. PEELEN.
Tot directeur van het Museum Boymans te
Rotterdam is met ingang van 1 December 1921
benoemd de Heer D. Hannema, assistent aan dit
Museum.
MUNTVONDST.
Te Haaksbergen (Ov.) zijn in een potje van
ruw aardewerk, dat gesloten was met een linnen
doek, de navolgende munten gevonden:
Gelderland. Dubbele Stuivers van 1614 en
1618 (10 stuks). Zutfen, Halve Snaphaanschelling
1604, Stuiver van 1605 (2 stuks). Batenburg, 1622,
Stuiver. Elburg, Koperen Duit. ’s-Heerenberg,
Koperen Duit van Herman Frederik (1627—1631).
Holland. Leeuwendaalders van 1576 en 1615
(2 stuks), Leicesterstooter 1587 (2 stuks), Leicester-
stuiver 1595 (1 stuk). Roosschelling 1601 (3 stuks).
Dubbele Stuivers van 1614, 1616, 1618 (28 stuks),
Stuivers van 1614 (2 stuks).
Westfriesland. Roosschelling 1601, Dubbele
Stuivers van 1614 en 1615 (3 stuks), Stuivers van
1593, 1599 en 1615 (9 stuks).
Zeeland. Arendsdaalder 1602 (5 stuks), 1618
(1 stuk), Roosschelling 1601 (2 stuks), Halve
Roosschelling (1 stuk), Stuiver 1602 (2 stuks),
Dubbele Stuivers van 1614, 1615, 1616, 1617, 1618,
1619, 1622 (56 stuks), Stuiver van 1619 (3 stuks).
Utrecht. Leeuwendaalders van 1616 en 1617,
Roosschelling van 1601, Dubbele Stuivers van
1615, 1618, 1619 (8 stuks), Koperen Duit.
Friesland. 28-Stui verstukken van 1601 en
1604 (3 stuks), Snaphaanschellingen van 1599,
1615 (3 stuks), Halve gehelmde Schelling van 1600
(3 stuks), Halve Stuiver, Stuiver van 1623 (2 stuks).
Leeuwarden, 1597, Stuiver.
O v e r ij s e 1. Leeuwendaalder van 1617, Dubbele
Stuivers van 1615, 1617, 1618 en 1619 (27 stuks),
Stuiver van 1619 (5 stuks). Deventer, Kampen en
Zwolle, Stooter van 1597. Deventer. 28-Stuiverstuk
van 1621 (2 stuks), koperen Duit. Kampen
Arendsschellingen met den titel van Rudolf II
(1576—1612) (2 stuks). Idem met den titel van
Matthias (1612—1619) (17 stuks), Stuiver (7 stuks).
Zwolle, 28-Stuiverstuk met den titel van Matthias
van 1620 en 1621 (4 stuks), Arendsschellingen
met den titel van Rudolf II en van Matthias
(7 stuks), Snaphaanschelling met den titel van
Rudolf II, Stuiver en Halve Stuiver met den titel
van Matthias en koperen Duiten van 1618.
Groningen. Flabbe of Dubbele Jager van
1599 en 1623, Jagers van 1589, 1600, 1605,1606,
Halve Stuiver (2 stuks).
Gronsveld. Koperen Duit.
Brabant. Karei V. 1515—1555. Vlieger te
Antwerpen geslagen, Filips II, Twintigste Filips-
daalder 1571 te Antwerpen geslagen. Albertus en
Isabella, 1598—-1621. Vierde Patagon 1616 te
Antwerpen geslagen, idem zonder jaar te Brussel
geslagen, 3 Sols van 1618 en 1620 (13 stuks), Sol
van 1614 en koperen Negenmanneke te Antwerpen
243
zich tot ontwerpen van rijken vorm op de oudste
tegels met tinglazuur met schitterende en zeldzaam
diepe blauwe, groene, gele en bruine kleuren.
In later jaren treedt het meetkundige schema
daarentegen als het ware meer verborgen in de
motieven uit de planten- en dierenwereld naar
voren.
In de 18e eeuw spreekt uit het décor een geheel
andere geest. Wel blijft de ornamenttegel bestaan,
doch daarnaast zijn het vooral illustraties van of
voorstellingen uit het huiselijk en maatschappelijk
leven, bijbelsche verhalen, herderstafereelen, land-
schappen, scènes uit hef krijgsleven enz., die onze
aandacht vragen.
Haar grooten rijkdom ontleent de collectie echter
hoofdzakelijk aan het uitgebreide aantal groote
tableaux van circa 36 a 48 in kleur en in kwaliteit
uitnemend bij elkaar passende exemplaren. Eerst
in groote velden tezamen gebracht komen de tegels
ten volle tot hun recht; zij toch vermogen pas
een denkbeeld te geven van de groote decoratieve
waarde en het schitterend kleureneffect dezer
tegelbekleeding. Juist uit deze complexen blijkt,
dat bij het tegelornament het accent hoofdzakelijk
valt op het rythmisch spel van lijnen en kleur-
vakken, hoekvullingen en randversieringen, terwijl
de voorstellingen op zichzelf steeds een secundaire
rol vervullen. Door de groote decoratieve en pic-
turale qualiteiten, de rake, breede teekening, passen
deze tegelversieringen, in het bijzonder die der
17e eeuw, zich op uiterst gelukkige wijze aan de
architectuur aan.
Een bezichtiging der collectie zal doen zien, dat
in den uitstekenden staat van gaafheid, de schit-
terende kleurenpracht der tegeldécors en van het
daarmede nauw verband houdende Noord-Neder-
landsche aardewerk, waarvan een aantal merk-
waardige stukken door den heer Schouten in
bruikleen zijn afgestaan, de Hollandsche ceramiek-
kunst zich hier vertoont op haar allerbest.
I. C. E. PEELEN.
Tot directeur van het Museum Boymans te
Rotterdam is met ingang van 1 December 1921
benoemd de Heer D. Hannema, assistent aan dit
Museum.
MUNTVONDST.
Te Haaksbergen (Ov.) zijn in een potje van
ruw aardewerk, dat gesloten was met een linnen
doek, de navolgende munten gevonden:
Gelderland. Dubbele Stuivers van 1614 en
1618 (10 stuks). Zutfen, Halve Snaphaanschelling
1604, Stuiver van 1605 (2 stuks). Batenburg, 1622,
Stuiver. Elburg, Koperen Duit. ’s-Heerenberg,
Koperen Duit van Herman Frederik (1627—1631).
Holland. Leeuwendaalders van 1576 en 1615
(2 stuks), Leicesterstooter 1587 (2 stuks), Leicester-
stuiver 1595 (1 stuk). Roosschelling 1601 (3 stuks).
Dubbele Stuivers van 1614, 1616, 1618 (28 stuks),
Stuivers van 1614 (2 stuks).
Westfriesland. Roosschelling 1601, Dubbele
Stuivers van 1614 en 1615 (3 stuks), Stuivers van
1593, 1599 en 1615 (9 stuks).
Zeeland. Arendsdaalder 1602 (5 stuks), 1618
(1 stuk), Roosschelling 1601 (2 stuks), Halve
Roosschelling (1 stuk), Stuiver 1602 (2 stuks),
Dubbele Stuivers van 1614, 1615, 1616, 1617, 1618,
1619, 1622 (56 stuks), Stuiver van 1619 (3 stuks).
Utrecht. Leeuwendaalders van 1616 en 1617,
Roosschelling van 1601, Dubbele Stuivers van
1615, 1618, 1619 (8 stuks), Koperen Duit.
Friesland. 28-Stui verstukken van 1601 en
1604 (3 stuks), Snaphaanschellingen van 1599,
1615 (3 stuks), Halve gehelmde Schelling van 1600
(3 stuks), Halve Stuiver, Stuiver van 1623 (2 stuks).
Leeuwarden, 1597, Stuiver.
O v e r ij s e 1. Leeuwendaalder van 1617, Dubbele
Stuivers van 1615, 1617, 1618 en 1619 (27 stuks),
Stuiver van 1619 (5 stuks). Deventer, Kampen en
Zwolle, Stooter van 1597. Deventer. 28-Stuiverstuk
van 1621 (2 stuks), koperen Duit. Kampen
Arendsschellingen met den titel van Rudolf II
(1576—1612) (2 stuks). Idem met den titel van
Matthias (1612—1619) (17 stuks), Stuiver (7 stuks).
Zwolle, 28-Stuiverstuk met den titel van Matthias
van 1620 en 1621 (4 stuks), Arendsschellingen
met den titel van Rudolf II en van Matthias
(7 stuks), Snaphaanschelling met den titel van
Rudolf II, Stuiver en Halve Stuiver met den titel
van Matthias en koperen Duiten van 1618.
Groningen. Flabbe of Dubbele Jager van
1599 en 1623, Jagers van 1589, 1600, 1605,1606,
Halve Stuiver (2 stuks).
Gronsveld. Koperen Duit.
Brabant. Karei V. 1515—1555. Vlieger te
Antwerpen geslagen, Filips II, Twintigste Filips-
daalder 1571 te Antwerpen geslagen. Albertus en
Isabella, 1598—-1621. Vierde Patagon 1616 te
Antwerpen geslagen, idem zonder jaar te Brussel
geslagen, 3 Sols van 1618 en 1620 (13 stuks), Sol
van 1614 en koperen Negenmanneke te Antwerpen