naar glasschilderkunst, en naar ceramiek ook — een gevolg van het reageeren der gevoelige
plaat op wat in het origineel goud-geel gebrand is 1).
Wel is het werk, als de teekeningen van den meester, van een vrij grove factuur.
Zijn maker behoorde niet, als Lucas, tot de aristocratische voetboogschutterij. Hij
had zijn plaats onder de
waarschijnlijk vrij ruwe
kwanten die het moder-
nere vuurroer hanteerden.
En in dit ruitje is dan
ook een wat forsche,
maar tevens frissche geest
niet te miskennen. We
worden er door herin-
nerd aan de goed hon-
derd jaar later zoo popu-
laire kunst der Delftsche
plateelschilders.
Misschien is er van
het glasschilderwerk van
onzen meester nog wel
iets meer dan dit èène
ruitje overgebleven. Heel
veel zal dat echter niet
zijn. Juist om hun wat
grof aspect zullen deze
kunstnijverheidsproduc-
ten — nog brozer dan
de inhoud der befaamde
porceleinkast — niet altijd
met de noodige voorzich-
tigheid behandeld zijn.
Eenmaal gebroken, zal
men het niet de moeite
waard geacht hebben de
scherven van het glas
Pieter Cornelisz. Kunst: Teekening voor een glasruitje.
(Collectie Eug. Rodrigues, Parijs).
1) Geel zijn naar de heer Rodrigues de ernstige verzamelaar, die de groote hulpvaardigheid had
zijn teekening voor mij met het ruitje te gaan confronteeren, mij bericht: de trap; de tralies; de haren
van den jongen man voor, van den cipier met de sleutels, van den tweeden boef rechts; de zoom
van het kleed en een deel der hoedveeren van den schout; de mantelzoom van den cipier; een deel
der straatkeien; de band waar de handen van den voorsten gevangene mee gebonden zijn.
14
plaat op wat in het origineel goud-geel gebrand is 1).
Wel is het werk, als de teekeningen van den meester, van een vrij grove factuur.
Zijn maker behoorde niet, als Lucas, tot de aristocratische voetboogschutterij. Hij
had zijn plaats onder de
waarschijnlijk vrij ruwe
kwanten die het moder-
nere vuurroer hanteerden.
En in dit ruitje is dan
ook een wat forsche,
maar tevens frissche geest
niet te miskennen. We
worden er door herin-
nerd aan de goed hon-
derd jaar later zoo popu-
laire kunst der Delftsche
plateelschilders.
Misschien is er van
het glasschilderwerk van
onzen meester nog wel
iets meer dan dit èène
ruitje overgebleven. Heel
veel zal dat echter niet
zijn. Juist om hun wat
grof aspect zullen deze
kunstnijverheidsproduc-
ten — nog brozer dan
de inhoud der befaamde
porceleinkast — niet altijd
met de noodige voorzich-
tigheid behandeld zijn.
Eenmaal gebroken, zal
men het niet de moeite
waard geacht hebben de
scherven van het glas
Pieter Cornelisz. Kunst: Teekening voor een glasruitje.
(Collectie Eug. Rodrigues, Parijs).
1) Geel zijn naar de heer Rodrigues de ernstige verzamelaar, die de groote hulpvaardigheid had
zijn teekening voor mij met het ruitje te gaan confronteeren, mij bericht: de trap; de tralies; de haren
van den jongen man voor, van den cipier met de sleutels, van den tweeden boef rechts; de zoom
van het kleed en een deel der hoedveeren van den schout; de mantelzoom van den cipier; een deel
der straatkeien; de band waar de handen van den voorsten gevangene mee gebonden zijn.
14