Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Jaarverslag van den Niederlandschen Oudheidkundigen Bond, uitgebraht in de Algemeene Vergadering, van 9 Juli 1909 te Alkmaar
DOI Artikel:
Pit, Adriaan: Aanwinsten Niederl. Museum voor geschiedenis en kunst
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0115

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Hofstede de Groot op de vergadering te Dordrecht besproken en nader beoordeeld door
eene commissie van den Bond x).

Voor de samenstelling van een lijst van bouwkundige termen, en de beschrijving
der O. en W. Indische gebouwen in Nederland werden in 1904 en 1907 commissies
benoemd, in samenwerking met de Maatschappij voor Bouwkunst en het Instituut voor
Ned. Indië. Aan de Broederschap van notarissen werd in 1907 gewezen op de wensche-
lijkheid om bij het instellen van legaten geen hinderlijke en te zeer bindende bepalingen
op te nemen, in 1904 werd algemeen gewezen op het loodgietersgevaar en in 1905 werd
met succes aangedrongen op de instelling van eene Archeologische commissie voor Zuid-
Holland en werd aan de oprichting van dergelijke commissies in andere provincies mede-
gewerkt. In het belang van het behoud der praehistorische vondsten werd gewerkt door
de uitgave van een Wandkaart van Nederlandsche oudheden in 1903.

Ook aan Indische monumenten werd de aandacht gewijd, gelijk kan blijken uit de
werkzaamheden in het belang der Hindoemonumenten in 1900 en 1901 en de op aan-
sporing van de Redactie geschreven artikelen van Mevr. Serrurier—ten Kate in het
»Bulletin” 1906 en Mej. M. Tonnet in 1908 ~).

Het toenemend aanzien van den Bond kan blijken uit het Beschermvrouwschap
door H. M. de Koningin in 1901 aanvaard en de officieele ontvangsten, waarin de Bond
zich bij hare jaarvergaderingen mag verheugen.

Aan het eind van het eerste Decennium bracht de Statutenwijziging gelegenheid
tot nieuwe ontwikkeling van den Bond. Moge deze zoodanig zijn, dat zij getuigenis geve
van eene krachtige werking in het belang van de Nederlandsche oudheden en van de
Nederlandsche kunst.

De secretaris van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond,
J. C. OVERVOORDE.

AANWINSTEN NEDERL. MUSEUM VOOR GESCHIEDENIS EN KUNST.

Nu onlangs een belangrijke partij zijden weefsels onze stoffenverzameling is komen
verrijken, lijkt het mij wenschelijk de beteekenis na te gaan der aanwinsten na het opmaken
van den catalogus, in 1903.

Slechts een paar maal werden in dit »Bulletin” aankoopen van stoffen vermeld,
tweemaal van Koptische stoffen (deel V p.p. 182 en 215 en deel I, 2e serie, p. 197) en
éénmaal van middeneeuwsche zijden stoffen (deel IV blz. 211). Het opnoemen van een
paar lapjes, buiten verband met andere, achtte ik in den regel voor den lezer minder
belangwekkend. Dat mijn aandacht echter op de afdeeling gevestigd was, mag nu blijken

1) Bulletin 1907, bl. 10.

2) Bulletin 1906 blz. 79-90 en Bulletin 1908, blz. 21-32 en 77-91.

103
 
Annotationen