Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Gelder, H. E. van: Aanteekeningen over Alkmaar's monumenten
DOI Artikel:
Steenhoff, W.: Rijksmuseum
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0106

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
gelijk portiek, doch met een rond venster er boven. De houten gewelven en bekapping
van het koor dragen het jaartal 1594. Toen schijnt ook de aardige toren, die uit den
nok oprijst en die in een tulpvormige spits eindigt, gemaakt. Het kruis op het koor is

van sierlijk smeedwerk.

De kerk bevat een achttiende-eeuwsche
predikstoel en een gestoelte uit het eind
der zeventiende eeuw.

Dichtbij de kerk staat een oud huis met
een gevel van berg- en baksteen, met fraai
ankerwerk en het jaartal 1655.

Boven het Raadhuis is sedert enkele
jaren een Museum met Bergsche merkwaar-
digheden.

Voor bijzonderheden over Bergen en
zijn geschiedenis kunnen wij verwijzen naar
het boekje van mevr. van Reenen—Völter:
»De Heerlijkheid Bergen in Woord en
Beeld”.

I-I. E. VAN GELDER.

Gevel Oude Gracht N.z. 191.

RIJKSMUSEUM.

In de collectie Hoogendijk is er een schilderijtje, dat aanvankelijk gecatalogiseerd
werd als hollandsch werk uit de eerste helft der 17de eeuw. Een toeval deed me de waar-
schijnlijke vervaardiger ervan vinden. Het feit van zoo’n ontdekking acht ik nu niet zoo
gewichtig om het onder de algemeene aandacht te brengen. Maar de »vondst” bracht een
zekere verrassing mee, die mij toeleek op het gebied der kunsthistorische vorschingen niet
geheel zonder belangwekkendheid te zijn. Het is een stilleven, dat ’t naast verwant lijkt
aan de kunst van vroeg-zeventiend’eeuwsche Nederlanders. Het groote stillevenstuk aan
Floris van Dijck toegeschreven, in het Rijksmuseum, komt het zeer nabij. Ook brengt het
Fieter Claesz. en Heda ter vergelijking in gedachten, of nog, zou het kunnen aangezien
worden als het werk van een schilder voortkomend uit de school van Pieter Aertz. Ik
stond dan eenigzins verbluft in een catalogus van het museum te Grenoble een schilderij
gereproduceerd te vinden, dat zeer overeenkomstige eigenschappen vertoonde met ons
stilleven en geschilderd heette door een fransche kunstenares: Louyse Mouillon. Haar werk
verder naspeurend vond ik aangeduid van haar vier werken in genoemd museum, twee in
Toulouse (geteekend en gejaarmerkt 1632 en 1634) en een in de coll. Mantz (1631).
Volgens omschrijving waren die werken allen in voorstelling zeer op elkander gelijkend. De

94
 
Annotationen