Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Mulder, Adolph: Het stadhuis te 's-Hertogenbosch
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0039

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
•keldermuur oorspronkelijk is en dat de onderbouw van het Bossche stadhuis van stonde af
aan uit twee lokalen heeft bestaan.

Treden wij nu den tweeden, kleineren kelder binnen, dan zien wij eene ruimte, die
buiten den stadhuisgevel is gelegen ; dit gedeelte is thans onbevloerd, met geen oorspronkelijk
tongewelf afgedekt en aan de zuid-oostzijde voor bijna de helft met den fundeeringsmuur
van den 17en-eeuwschen
gevel opgevuld.

Bij een meer grondig
onderzoek zien wij echter
in het midden van den
noord-westelijken muur
een gedeelte van eenhalve
ingemetselde kolom, die
op het grondplan van
Dr. Smits niet voorkomt;
verder zijn in het midden
van de ruimte, op 2.35 M.
afstand van dienzelfden
noord-westelijken muur,
duidelijk sporen zicht-
baar van eene vrijstaande
kolom, terwijl langs de
wanden en in de hoeken
nog overblijfsels aan-
wezig zijn van kraag-
steenen, waaruit valt af
te leiden, dat dit lokaal
oorspronkelijk gewelfd
is geweest en 2 X 2 ge-
welfsvelden heeft gehad.

Wanneer wij nu in
het grondplan van Dr.

Smits, op pag. 223 weer-
gegeven, den 1 M. zwaren
gevelmuur van 1530 con-

strueeren en den fundeeringsmuur van den gevel van 1670 wegdenken, dan krijgen wij voor
dezen voorkelder eene symetrische gewelfsindeeling, waarvan elk gewelfsvak 2.35 M. diepte
heeft. En hiermede wordt dan tevens het verschil in maat van de verschillende traveeën, in
het plan van Dr. Smits aangegeven, op begrijpelijke wijze te niet gedaan.

De zooeven besproken kelder, waarvan de gewelven niet meer bestaan, doch

Het Bossche Raadhuis, naar de gravure van J. Everts.

27
 
Annotationen