Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Accijnshuisjes te Leiden
DOI Artikel:
Wiersum, E.: De Markies van Spinola
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0042

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
te verkenen en hierdoor de wanverhouding met het trancept minder te doen spreken.

Van verschillende zijden werden aan de Gemeente-Commissie der Nederlandsch
H erv. Kerk en aan den Raad der gemeente Leiden adressen gericht, om, door wijziging
der voorwaarden van 1903, het behoud der accijnshuisjes mogelijk te maken, o. a. dooi-
de Provinciale Zuid-Hollandsche Archeologische Commissie, de Maatschappij van Bouw-
kunst, de Vereeniging Oud-Leiden en de H.H. H. J. Jesse, architekt te Leiden, Jhr. Mr.

V. E. L. de Stuers en Dr. P. J.
H. Cuypers.

Het praeadvies van B. en
Ws. luidde eerst ongunstig, al
was er ook eene minderheid in
dit college voor het behoud. In
de vergadering van den Ge-
meenteraad van 11 Maart 1.1.
werd echter het voorstel van den
Heer Zaalberg om de huisjes
te behouden met 17 tegen 11
stemmen aangenomen, nadat ook
de Heer A. Reimeringer een
warm woord voor hun behoud
gesproken had.

De hierbij gevoegde af-
beelding is ontleend uit het
door Oud-Leiden in 1908 uit-
gegeven werk »Oude-Gebouwen
te Leiden”, waarvan het cliché
belangeloos aan de Redactie
werd afgestaan.

Zuidertransept- en Zuidgevel van het Schip.

J. C. OVERVOORDE.

DE MARKIES VAN SPINOLA.

Ieder kent te Rotterdam het oude beeld van den Spaanschen veldheer Ambrosius
Spinola, dat sinds jaar en dag voor den gevel van het hoekhuis Spaansche kade en Nieuwe
haven staat. Van Lennep en Ter Gouw vermelden het in hunne »Lhthangteekens”, 1868,
en geven er tevens een teekening van. Het is ongeveer 1.60 M. hoog en uit grenenhout
vervaardigd. Hoewel de beeldhouwer vrij primitief te werk ging — de versierselen van
het harnas zijn ten deele door het indrijven van spijkers met groote koppen weergegeven—
en hij het ook met de verhoudingen niet al te nauw nam, maakt het beeld met zijn naïef-
krijgshaftig uiterlijk toch een eigenaardigen indruk. Het dateert waarschijnlijk van het

30
 
Annotationen