DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:Pit, Adriaan: Nederl. Museum voor geschiedenis en kunst: Aanwinsten
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0053
wij aan de onbaatzuchtigheid van een Haagsch verzamelaar, die ongenoemd wil blijven,
te danken hebben. Ik bedoel een Fransche portretbuste in gebakken aarde uit de 18e eeuw.
De buste (hg. 2) stelt den bekenden revolutieman Chalier voor, die in Lyon een rol heeft
gespeeld, en is zeer vermoedelijk het werk van den beeldhouwer Joseph Chinard, (Lyon
1756—1813), wiens meest belangrijke werk, het portret van Madame Récamier, pas geleden
het Lyonsche museum kwam sieren.
Het werk van Chinard mag beschouwd worden als zeer karakteristiek voor de
Fransche portretkunst in de tweede helft
der 18de eeuw, een kunst die toen toon-
gevend was voor de beschaafde wereld en
die, naar ik meen, de laatste en meest
volmaakte phase is geweest van het ont-
wikkelingsproces, dat gezegd kan worden
begonnen te zijn met de Italiaansche renais-
sance in de 15de eeuw.
Wanneer men in het kleine zaaltje waar
de beeldhouwwerken van den nieuweren tijd
zijn tentoongesteld (helaas, door gebrek aan
bruikbare localen, in een anderen vleugel dan
de middeneeuwsche sculpture) de serie van
portretbustes bekijkt: hetjonge-meisjes portret
in marmer, aan Rossellino toegeschreven, de
twee bustes door Hendrik de Keyzer van
1606 en 1607, de bustes door Rombout
Verhuist en, ten vierde, de bovengenoemde
buste door Chinard, dan eerst wordt het
duidelijk, dat men, in verschillende tijden,
van het menschelijk physionomie ook een
zeer verschillende opvatting had en die in
het kunstwerk heeft neergelegd. Het is hier
niet de plaats om aan te toonen hoe de
zienswijzen zich hebben gewijzigd; het is
duidelijk, dat de kunstenaar in den loop der 15de, 16de, 17de en 18de eeuw naar meerdere
objectiviteit streeft en dat het geestelijk leven van het model meer en meer naar voren komt.
Zoo staan dan de werken van de Hollanders de Keyzer en Verhuist tusschen
een Italiaanschen voorlooper en een Franschen uitlooper en komt in dat gezelschap hun
kunst eerst waarlijk tot haar recht.
A. PIT.
Fig. 2. Portretbuste van Chalier, toegeschreven
aan Joseph Chinard.
□ □ □
°dd
41
te danken hebben. Ik bedoel een Fransche portretbuste in gebakken aarde uit de 18e eeuw.
De buste (hg. 2) stelt den bekenden revolutieman Chalier voor, die in Lyon een rol heeft
gespeeld, en is zeer vermoedelijk het werk van den beeldhouwer Joseph Chinard, (Lyon
1756—1813), wiens meest belangrijke werk, het portret van Madame Récamier, pas geleden
het Lyonsche museum kwam sieren.
Het werk van Chinard mag beschouwd worden als zeer karakteristiek voor de
Fransche portretkunst in de tweede helft
der 18de eeuw, een kunst die toen toon-
gevend was voor de beschaafde wereld en
die, naar ik meen, de laatste en meest
volmaakte phase is geweest van het ont-
wikkelingsproces, dat gezegd kan worden
begonnen te zijn met de Italiaansche renais-
sance in de 15de eeuw.
Wanneer men in het kleine zaaltje waar
de beeldhouwwerken van den nieuweren tijd
zijn tentoongesteld (helaas, door gebrek aan
bruikbare localen, in een anderen vleugel dan
de middeneeuwsche sculpture) de serie van
portretbustes bekijkt: hetjonge-meisjes portret
in marmer, aan Rossellino toegeschreven, de
twee bustes door Hendrik de Keyzer van
1606 en 1607, de bustes door Rombout
Verhuist en, ten vierde, de bovengenoemde
buste door Chinard, dan eerst wordt het
duidelijk, dat men, in verschillende tijden,
van het menschelijk physionomie ook een
zeer verschillende opvatting had en die in
het kunstwerk heeft neergelegd. Het is hier
niet de plaats om aan te toonen hoe de
zienswijzen zich hebben gewijzigd; het is
duidelijk, dat de kunstenaar in den loop der 15de, 16de, 17de en 18de eeuw naar meerdere
objectiviteit streeft en dat het geestelijk leven van het model meer en meer naar voren komt.
Zoo staan dan de werken van de Hollanders de Keyzer en Verhuist tusschen
een Italiaanschen voorlooper en een Franschen uitlooper en komt in dat gezelschap hun
kunst eerst waarlijk tot haar recht.
A. PIT.
Fig. 2. Portretbuste van Chalier, toegeschreven
aan Joseph Chinard.
□ □ □
°dd
41