Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Vogelsang, Willem: De Nachtwacht en een teekening van A. Dürer
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0069

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
’t. midden, dat is ook bij Rembrandt niet ’t geval — om een al te elementaire pyramide
te vermijden is de helmbos van den speerdrager er naast nog iets hooger — maar rechts,
waar op de Nachtwacht de lijn daalt, om pas aan de lijst weer te klimmen, verrijzen bij
Dürer zelfs nog de twee figuren te paard die aanmerkelijk hooger zijn. Daardoor ontstaan
bij hem twéé centra die den blik onrustig heen en weer doen glijden. Nog heerscht er
een zekere drukte, een, we mogen zeggen, »gothische” assymmetrie. Bij Rembrandt de
zware, vaste maat der late Renaissance, bij Dürer het bewegelijk getril van ’t einde der
Gothiek, verzacht door enkele gedecideerde renaissance-motieven, als de ruggelings geziene
figuur met den vasten stap en den naar den toeschouwer toe bedoelden degen onder den
mantel, die toch nog weer te veel in profiel staat1 2).

Eén eigenaardig detail is er nog, wellicht ~). Aan de lans die schuinsrechts wijst,
hangt bij Rembrandt, zooals men weet, onder de blinkende punt, dat kleine kostelijke
roode pluisje of vlaggetje, terwijl de andere pieken niet versierd schijnen. Welnu, op de
teekening van Dürer schijnt eveneens, wat lager onder de punt een dergelijk pluimpje
bevestigd te zijn, dat men aan de andere pieken niet ziet.

Ik ben mij ten volle bewust van het gevaar der conclusies in dit geval. Het toeval
heeft oneindige mogelijkheden.

Maar de teekening is in 1520 gemaakt, in het jaar van Dürers Nederlandsche reis.
Er komen Nederlandsche costumes op voor; zoo de vrouw, in ’t verkort, aan ’t uiterste
einde rechts, met het linnen mutsje. Dit is de kleedij, waarin Dürer eenmaal zijn eigen
vrouw heeft geteekend en waarboven staat ». . . . in der Niederlandischen Kleidung . . . .”
Zoo, waarschijnlijk tenminste: de groote baret die de Erasmusachtige man in profiel (links
achter Christus) op het hoofd heeft.

Voorts: Rembrandt heeft verscheiden werken van andere meesters bezeten3) en al
vinden we overigens op Dürers naam slechts prenten, en prentenboeken, de mogelijkheid,
dat b.v. onder de teekeningen »van de principaalste meesters van de heele werelt” deze
in Zuid-Nederland gemaakte en wellicht later naar ’t Noorden verhuisde teekening zou
geweest zijn is niet uitgesloten.

Wellicht leert ons de provenientie van het blad in de Uffizi, waarover ik, ondanks
aangewende pogingen, nog geen nadere gegevens bezit, eenmaal meer.

In ieder geval wegen de punten van overeenkomst in de compositie m.i. zwaarder
dan die van verschil en is dit alles te zamen genoeg om er voorloopig eens, met alle
voorzichtigheid, op te wijzen.

W. VOGELSANG.

1) De diagonaal van de vlag vindt geen voorbeeld op Dürers teekening. Het linker bovenplan
doet daar monotoon, nietszeggend leeg. Wel komt die lijn op het aangehaalde stuk van Thomas de
Keyser reeds voor.

2) Als de kleine afbeeldingen, die ik bezit, (een groote foto van de teekening wordt gemaakt)
mij niet bedriegen.

3) Zie zijn inventaris bij Hofstede de Groot, afgedrukt in de Quellenstudien III, p. 200, 201, 202.

57
 
Annotationen