worden tengevolge van de in de zestiende en in de eerste helft der zeventiende eeuw
aangevangen bedijkingswerken. Tot dien tijd toe was de waterbouwkunde meer een middel
van verdediging tegen de gevaren
-o,ï3-
Grafzerk van graat Floris V in de St. Laurenskerk.5
wateren dan een van aanval geweest.
Haar krachten schoten daarvoor te kort,
doch dit werd anders omstreeks de helft
der zestiende eeuw, en dan zien wij
langzamerhand al de groote waterplassen
rondom Alkmaar verdwijnen. Vóór het
Beleg waren het de Egmonder- en de
Bergermeer, die door de heeren dier
dorpen werden drooggelegd, tegen het
einde der eeuw was het de reusachtige
Zijpe die ten tweede male, en nu voor
goed, in land herschapen werd; toen
kwamen — Oldenbarnevelt interesseerde
zich ervoor — enkele kleinere meren in
het westelijkste waterschap van West-
friesland : Geestmerambacht, aan de beurt
en daarna in 1612 de groote Beemster,
weldra gevolgd door Purmer, Baars-
dorpermeer en Wijdewormer; in 1624
begon men met de uitgestrekte Heer-
hugowaard kort ten noord-oosten, eenige
jaren later met de nog 1000 bunder
grootere Schermeer kort ten zuid-oosten
van Alkmaar, terwijl allerlei kleinere
plassen vlak bij de stad, de Zwijn meer,
de Voormeer, de Boekelermeer, reeds
droog waren.
Maar toen was Alkmaar ook van een
haven- en handelstad, een landstad ge-
worden. Het had daardoor veel in be-
teekenis verloren. Was het in 1573 nog
de plaats geweest om welker bezit het
Spaansche leger een uiterst gevaarlijken
tocht meende te moeten ondernemen,
omdat het beslissen zou over de heerschappij over het heele noorderkwartier, — zooals ook
het afslaan der belegering, de »Victorie” van 8 October 1573, het sein was van het zege-
vieren van den opstand benoorden het Y, — middelpunt, hoofdplaats van dat noorder
wartier kon en zou het in de 17de eeuw niet blijven. Hoorn, landbouwstad en handelstad
72
aangevangen bedijkingswerken. Tot dien tijd toe was de waterbouwkunde meer een middel
van verdediging tegen de gevaren
-o,ï3-
Grafzerk van graat Floris V in de St. Laurenskerk.5
wateren dan een van aanval geweest.
Haar krachten schoten daarvoor te kort,
doch dit werd anders omstreeks de helft
der zestiende eeuw, en dan zien wij
langzamerhand al de groote waterplassen
rondom Alkmaar verdwijnen. Vóór het
Beleg waren het de Egmonder- en de
Bergermeer, die door de heeren dier
dorpen werden drooggelegd, tegen het
einde der eeuw was het de reusachtige
Zijpe die ten tweede male, en nu voor
goed, in land herschapen werd; toen
kwamen — Oldenbarnevelt interesseerde
zich ervoor — enkele kleinere meren in
het westelijkste waterschap van West-
friesland : Geestmerambacht, aan de beurt
en daarna in 1612 de groote Beemster,
weldra gevolgd door Purmer, Baars-
dorpermeer en Wijdewormer; in 1624
begon men met de uitgestrekte Heer-
hugowaard kort ten noord-oosten, eenige
jaren later met de nog 1000 bunder
grootere Schermeer kort ten zuid-oosten
van Alkmaar, terwijl allerlei kleinere
plassen vlak bij de stad, de Zwijn meer,
de Voormeer, de Boekelermeer, reeds
droog waren.
Maar toen was Alkmaar ook van een
haven- en handelstad, een landstad ge-
worden. Het had daardoor veel in be-
teekenis verloren. Was het in 1573 nog
de plaats geweest om welker bezit het
Spaansche leger een uiterst gevaarlijken
tocht meende te moeten ondernemen,
omdat het beslissen zou over de heerschappij over het heele noorderkwartier, — zooals ook
het afslaan der belegering, de »Victorie” van 8 October 1573, het sein was van het zege-
vieren van den opstand benoorden het Y, — middelpunt, hoofdplaats van dat noorder
wartier kon en zou het in de 17de eeuw niet blijven. Hoorn, landbouwstad en handelstad
72