Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Gelder, H. E. van: Aanteekeningen over Alkmaar's monumenten
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0089

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Typisch is ook een ander maar kleiner aangebouwd portaal aan de zijde der Lange-
straat, met drie topgeveltjes met halen, hogels en kruisbloemen en een fraai gedreven
versiering in lood op het dak.

Wij komen de kerk binnen in den omgang van het koor, dat zelf eenigszins verhoogd
is en afgesloten door een koorhek, dat van zijn oorspronkelijk schoon veel heeft ingeboet
maar toch nog in de tegen de hoofdstijlen geplaatste halen uiterst rijk laat-gothisch snijwerk
te zien geeft. Ook de halen boven de forsche kroonlijst hebben — op drie na, die van
zeer origineele renaissance-motieven voorzien zijn — een laat-gothisch karakter. Voor de
pijlers van het koor heeft men de eenvoudige eveneens laat-gothische koorbanken geplaatst:
hiervóór staat een uit de eerste helft der zestiende
eeuw dagteek.enende eikenhouten tombe, die een
gebroken wit marmeren zerk draagt, waarop het
wapen van Holland met een omschrift in 14de
eeuwsche letters, dat (met oplossing der afkor-
tingen) luidt: Hier onder ist inghewant, grave
Floriis van Hollant; Verslagen wert van heer Gerrit
van Velsen., en met latere karakters: anno 1296
den 28en Juni.

In den noorderzijbeuk van het koor bevindt
zich een klein orgel, laat-gothisch van vorm en
versiering, met zeer rijk snijwerk in de paneelen
der borstwering en een bijzonder elegante pinakel-
bekroning. Het is door Hans van Coblentz in 1511
vervaardigd, zooals een ernaast hangend latijnsch
vers, van den toenmaligen beroemden rector der
Alkmaarsche school,johannes Murmellius,verhaalt.

In het koorgewelf bevond zich vroeger een nu
in het Rijksmuseum opgestelde vroeg-zestiende-
eeuwsche schildering van het Laatste Oordeel.

In den zuiderkruisbeuk vindt men een merkwaardige uit het midden der zestiende
eeuw dateerende met koper ingelegde grafzerk. Het randschrift leert, dat hij het graf
dekte van den Alkmaarschen burgemeester Pieter Claeszoon Palinc, ridder van Jeruzalem,
gestorven 21 Maart 1546 en zijn vrouw Josina Willemsdochter van Foreest, gestorven
28 Februari 1551. Op de zerk zelf zijn de beide genoemden afgebeeld in hun doodskleed
liggende op een mat terwijl op een geslingerd lint te lezen staat:

Kapelkerk, portaal en zijgevel.

Wy waren als ghi, nu ligghen wy hier,

Denckt om sterven, ghy en weet niet hoe schier

Wat is op deser werelt bedreven

Als eene roock is des menschen leven.

77
 
Annotationen