In het schip zijn de van 17de eeuwsch snijwerk voorziene predikstoel en enkele
banken, vooral die ter wederzijden van de met een door jonische kolommetjes gedragen
overhuiving gedekte bank over den preekstoel, merkwaardig. Maar het meest valt het
groote, door Jacob van Kampen ontworpen, tusschen 1640—’45 tegen den westelijken muur
gebouwde orgel op. Het wordt door vier zuilen en zes pilasters van hout, doch als zwart
marmer geschilderd, gedragen. Boven deze zuilen en pilasters met jonisch karakter staan op
een attiek evenzooveel korinthische,
waardoor een smalle galerij gevormd
wordt waartegen het door drie ge-
vleugelde vrouwen gedragen rug-
positief aansluit. Dit rugpositief is
van snijwerk rijk voorzien en wordt
bekroond door twaalf goed gebeeld-
houwde kinderfiguurtjes. Boven de
korinthische orde begint de eigenlijke
orgelkast, die door een fronton wordt
afgedekt, waarin drie kinderbeeldjes,
het middenste draagt het stadswapen.
De orgelluiken zijn beschilderd; op
de buitenzijde door den Alkmaarschen
schilder Cesar van Everdingen met
de triumf van Saul na het verslaan
van Goliath door David. Boven het
orgel is een niet duidelijk te zien,
maar ook niet zeer fraai allegorisch
tafereel waarschijnlijk door Romeyn
de Hooghe geschilderd. Het orgel
zelf staat bekend als een der beste
van Hollandsche makelij.
Dicht bij het orgel aan de zuidzijde
hangt een in zeven tafereelen verdeel-
de, van 1504 dagteekenende paneel-
schildering, verbeeldende de zeven werken van barmhartigheid, die zeer de aandacht waard is.
Een deur geeft daar toegang tot de nu als bergplaats gebruikte voormalige doopkapel,
het steenen gewelf heeft nog ten deele zijn oorspronkelijke beschildering, die uit renaissance-
ornament rondom den sluitsteen bestaat, behouden. Een eikenhouten hek, dat nog drie fijn
gesneden oorspronkelijke consoles heeft en sporen vertoont van goud op blauwe beschildering,
scheidt de doopkapel van de eraan aansluitende kapel.
Op verschillende plaatsen in de kerk hangen borden met opschriften, waaronder
enkele laat-zestiendeëeuwsche.
Waag, voorgevel.
banken, vooral die ter wederzijden van de met een door jonische kolommetjes gedragen
overhuiving gedekte bank over den preekstoel, merkwaardig. Maar het meest valt het
groote, door Jacob van Kampen ontworpen, tusschen 1640—’45 tegen den westelijken muur
gebouwde orgel op. Het wordt door vier zuilen en zes pilasters van hout, doch als zwart
marmer geschilderd, gedragen. Boven deze zuilen en pilasters met jonisch karakter staan op
een attiek evenzooveel korinthische,
waardoor een smalle galerij gevormd
wordt waartegen het door drie ge-
vleugelde vrouwen gedragen rug-
positief aansluit. Dit rugpositief is
van snijwerk rijk voorzien en wordt
bekroond door twaalf goed gebeeld-
houwde kinderfiguurtjes. Boven de
korinthische orde begint de eigenlijke
orgelkast, die door een fronton wordt
afgedekt, waarin drie kinderbeeldjes,
het middenste draagt het stadswapen.
De orgelluiken zijn beschilderd; op
de buitenzijde door den Alkmaarschen
schilder Cesar van Everdingen met
de triumf van Saul na het verslaan
van Goliath door David. Boven het
orgel is een niet duidelijk te zien,
maar ook niet zeer fraai allegorisch
tafereel waarschijnlijk door Romeyn
de Hooghe geschilderd. Het orgel
zelf staat bekend als een der beste
van Hollandsche makelij.
Dicht bij het orgel aan de zuidzijde
hangt een in zeven tafereelen verdeel-
de, van 1504 dagteekenende paneel-
schildering, verbeeldende de zeven werken van barmhartigheid, die zeer de aandacht waard is.
Een deur geeft daar toegang tot de nu als bergplaats gebruikte voormalige doopkapel,
het steenen gewelf heeft nog ten deele zijn oorspronkelijke beschildering, die uit renaissance-
ornament rondom den sluitsteen bestaat, behouden. Een eikenhouten hek, dat nog drie fijn
gesneden oorspronkelijke consoles heeft en sporen vertoont van goud op blauwe beschildering,
scheidt de doopkapel van de eraan aansluitende kapel.
Op verschillende plaatsen in de kerk hangen borden met opschriften, waaronder
enkele laat-zestiendeëeuwsche.
Waag, voorgevel.