Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 2.1909)

1901. Chardin. Stilleven, Idem.

* » G. Dou. Portret van Rembrandt’s Moeder.Van den Heer C. Hoekwater te ’s Gravenhage.
» J. v. Meulen. Vanitas. Van Dr. A. Bredius.

* » K. Slabbaert. Stilleven. Idem.

» Jan Steen. Kermis. Idem.

1902. A. v. Beyeren. Stilleven. Idem.

» A. Cuyp. Na den Regen. Idem.

* » P. Lastman. Paulus en Barnabas te Lystra. Van Graaf Stecki te Romanov in Rusland.
*1903. W. Kalff. Stilleven. Van Jhr. Ch. van de Poll te Haarlem.

* » J. Porcellis. Woelige Zee. Van den Heer H. Pfungst te Londen. Sedert aan-

gekocht door het Museum Boymans.

* » Rembrandt. De Negers. Van Dr. A. Bredius.

*1905. E. Boursse. De Maaltijd. Van den Heer T. Humphy Ward te Londen.

*1906. Rembrandt. Saskia met den Brief. Van den Heer J. van Wageningen te Jelsum.
*1907. Carel Fabritius. Mansportret. Van Dr. C. Llofstede de Groot.

» Rembrandt. Andromeda. Van Dr. A. Bredius.

» IJsenbrant (?). Piëta. Idem.

*1908. Frans Hals. Jongen met schaatsen. Van den Vorst van Bentheim.

» Rembrandt. Een Jood. Van den Heer P. Delaroff te St. Petersburg.

» C. Fabritius. De Krijgsman. Idem.

» J. v. Goyen. Riviergezicht. Idem.

» G. Terborch. De Koestal. Idem.

» N. Knupfer. Faun en Nimf. Idem.

» N. Koedijck. De Notendief. Idem.

» A. Hondius. Berenjacht. Idem.

* » J. Spruyt. Eenden. Van Dr. Bredius.

1909. J. Spruyt. Hoenders. Idem.

Totaal bruikleenen van 1889—1909: zes en tachtig.

Daarvan zijn er 48 teruggegeven en nog 38 aanwezig, waarbij zes en twintig, die
het eigendom zijn van Dr. Bredius.

Telt men de aankoopen, de legaten en geschenken en de bruikleenen bij elkaar, dan
blijkt dat het Mauritshuis thans 125 kunstwerken meer herbergt dan op het oogenblik,
toen Bredius zijn ambt aanvaardde.

Den Haag, Aug. 1909.

W. MARTIN.