Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: De St. Servatiusbuste in de Sint Servaaskerk te Maastricht
DOI Artikel:
Boekbesprekingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0142

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
tentoonstelling te Aken in 1907, waar ook de St. Servaasbuste was ingezonden, is deze
nauwkeurig onderzocht door den goudsmid Witte en deze heeft hierbij bevonden, dat
de geheele buste uit koper was vervaardigd en afkomstig was uit het eind der 16de eeuw.
Slechts eene plaat, die als schedeldeksel dient en zich binnen, onder den myter, bevindt,
is van in het vuur verguld zilver en vertoont eene afwijkende en veel oudere wijze van
bewerking.

Volgens den Heer Witte is dit stuk nog afkomstig van de in 1403 geschonken
buste en dateert al het overige van de vernieuwing op last van Panna, na 1579. Het
nieuwe voetstuk is vervaardigd door den heer B. Witte te Aken, onder voorlichting van
fhr. Mr. V. E. L. de Stuers en Dr. P. J. H. Cuypers. J. C. O.

B === Bil :—= : B

a BOEKBESPREKINGEN. D

» * *

A. J. SERVAAS VAN ROOYEN, De kunstschatten der Schutterij. Museumboekjes No. 1.

Hoe belangrijk de catalogi der musea voor den geleerde of den meer ontwikkelden
leek mogen zijn, door het groote publiek worden zij gewoonlijk niet gekocht en alleen
handige gidsjes, zooals er voor de Musea te Groningen en Utrecht uitgegeven werden,
dringen tot een grooter kring van bezoekers door, als zij aan drie vereischten voldoen:
goed geschreven populaire tekst, rijke illustratie en geringe prijs. Het was dus eene goede
gedachte van den uitgever, den Heer C. L. G. Veldt te Amsterdam, om eene serie populaire
museumboekjes te doen verschijnen, aardig geïllustreerd en voor den germgen prijs van
ƒ 0.25 in ieders bereik.

Het is daarom, dat wij even bij deze eerste proeve stilstaan, om den uitgever ook
op enkele feilen te wijzen, waarvan de overweging aan de samenstelling van de verdere
werkjes in deze serie kan ten goede komen.

Vooreerst de tekst. Deze maakt terecht geen aanspraak op wetenschappelijkheid,
doch ook aan populaire uitgaven is een minimum van eischen te stellen. Te eischen is,
dat de samensteller zijn stof meester blijke en, met voorbijgaan of korte vermelding van
bijzonderheden, de hoofdpunten in het volle licht wete te plaatsen. Is dit hier geschied?
Bij het lezen krijgt men meer den indruk, dat de schrijver heeft getracht om alles te
geven, wat hij wist, en het populaire meer gezocht heeft in het niet behandelen van wat
hem minder bekend was. Zelfs de weinig belangrijke tegeltjes in het Doelenhuis worden
behandeld en allerslechtst afgebeeld, doch over den aard der schutterijen, haar inrichting
en verwording vernemen wij slechts weinig. Lang daarentegen wordt stilgestaan bij het
restaureeren van schilderijen, waarover de schrijver theorieën verkondigt, die wel evenmin
als zijn verdere kunsthistorische opmerkingen door deskundigen in het algemeen zullen
onderschreven worden en wier behandeling in dit gidsje zeker misplaatst is.

130
 
Annotationen