Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Ornamentprentjes van Abraham de Bruijn en een schoorsteen in Charlton House, Kent
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0166

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
MONUMENTENZORG OP DE STAATSBEGROOTING.

Behalve de subsidies, reeds vroeger toegestaan voor het herstel van monumenten
van geschiedenis en kunst, worden op de Staatsbegrooting voor 1910 (Hoofdstuk V,
art. 200—202) door den Minister van Binnenlandsche Zaken gelden aangevraagd voor de
hieronder genoemde gebouwen.

Het totaal bedrag, voor restauraties aangevraagd, met inbegrip van de loopende
termijnen van reeds vroeger toegestane sommen, is ƒ 127.850, tegen ƒ 128.600 in
het vorige jaar.

De regeering blijft dus — met ingenomenheid mogen wij het hier vermelden — op
dezelfde wijze belangstellen in de zorg voor onze oude monumenten.

Omtrent de monumenten, voor wier herstel reeds subsidieën loopende zijn, is het
volgende van belang:

Voor de herstelling van de St. Bavo-kerk te Haarlem, waarvan in 1909 de laatste
termijn ad ƒ 10000 was afgeloopen, wordt een verlenging der subsidie voorgesteld gedurende
8 jaren, ad ƒ5000 per jaar. De overige ƒ 5000, die jaarlijks zullen worden verwerkt aan
deze kerk, zullen door de zorg van kerkvoogden worden bijeengebracht.

Teneinde het beginnen van een nieuwe serie van herstellingen aan de Nederlandsch
Hervormde Kerk te Breda mogehjk te maken, omvattende de noord- en zuidzijden van
het koor met de aansluitende kapellen met gevels, luchtbogen, contreforten enz. (raming
ƒ258.000), wordt aangevraagd een rijkssubsidie van ƒ10.750 per jaar, d. w. z. een voort-
zetting van het thans afgeloopen subsidie voor de eerste serie van herstellingen, verhoogd
met ƒ32.50 per jaar. De uitvoering der werken zal 12 jaren in beslag nemen. De voor-
gestelde rijkssubsidie bedraagt de helft van de totaal-kosten; kerkvoogden, provincie en
burgerlijke gemeente zullen de andere helft bijeenbrengen.

Voor den toren »de Oldehove” te Leeuwarden wordt, in plaats van de vroeger
reeds toegestane ƒ 3500, ƒ 4500 uitgetrokken, omdat de herstelling ƒ 5000 duurder
zal worden dan de raming. De regeering stelt voor, de helft van die ƒ 5000 als-
nog bij te dragen en wel in 1910 ƒ 1000 boven het reeds toegestane, in 1911 de
resteerende ƒ1500.

Ten einde den westgevel der Abdijkerk te Middelburg in goeden staat te brengen
(het laatste wat aan dit monument behoeft te worden hersteld) is nog ƒ7500 noodig. Het
kerkbestuur kan niet meer dan ƒ2500 opbrengen en nu vraagt de minister nog ƒ5000,
te verdeelen over twee jaren.

De herstelling van de Groote Kerk te Zutphen is afgeloopen. Thans zal dienen te
worden overgegaan tot de restauratie van den toren. De raming bedraagt ƒ61.500. Bepaalt
men de rijkssubsidie op denzelfden voet als met de herstelling van het kerkgebouw het
geval was, dan is door het Rijk bij te dragen ƒ40.000, te verdeelen over 10 jaren. De
som, gedurende de vorige begrootingen uitgetrokken voor de kerk, is dus gehandhaafd
voor den toren.

154
 
Annotationen