Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Kalf, Jan: De "Denkmalpflegetag" te Trier
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0172

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
monumenten gewijd: een beknopt overzicht van Trier in den Romeinschen tijd, »Das
römische Trier” door Felix Hettner, uitmuntende inleiding tot meer gedetailleerde be-
schouwing der bouwwerken, die besproken worden in Krüger’s »Die Trierer Römerbauten”
en von Behr’s »Die römischen Baudenkmaler in und um Trier”, beide geïllustreerd, ook
met goede plattegronden der gebouwen en een merkwaardige reconstructie van het plan
der stad in Romeinschen tijd. Dan een, eveneens met prentjes versierde, »Baugeschichtlicher
Führer durch Trier”, door von Behr, met een belangrijk chronologisch overzicht. Eindelijk
nog het laatste jaarverslag der Rijnlandsche monumentencommissie (met voortreffelijk
geïllustreerd opstel over de Igeler grafzuil, naar aanleiding van een in den museumtuin
opgesteld afgietsel), en een aflevering (III, 2) der »Mitteilungen des rheinischen Vereins
für Denkmalpflege und Heimatschutz”, met rijk-verluchte opstellen over Triersche kunst,
kleine monografietjes (b.v. over »portalen en deuren”, over »stucplafonds” enz.) — die de
medewerkers van onze stedelijke jaarboekjes tot navolging mogen opwekken.

Van meer algemeenen aard was een overvloedig, ook met kleurendrukken, geïllu-
streerde kwartijn, »Mitteilungen über Trachten, Hausrat, Wohn- und Lebensweise im
Rheinland”, door von Pelser-Berenburg, zooals de titel reeds aanduidt, een studie over
allerlei onderdeden van volkskunst. Terwijl wij eindelijk op zuiver cultuurhistorisch gebied
werden gebracht door een boekje van Dr. Kentenich, »Aus dem Leben einer Trierer
Patrizierin”, de geschiedenis eener vijftiende-eeuwsche Triersche stadsschrijversdochter,
Adelheid von Besselich, die, als weduwe van een schatrijken en uiterst lastigen slager, de stad
en haar kerken bedacht met allerlei giften: een kerktoren, een stadsfontein, paramenten enz. enz.

Zoo werden wij vreemdelingen wèl in de gelegenheid gesteld ons eenigszins thuis
te gaan voelen in Trier — ik vergat nog, dat wij zelfs een opstelletje over het plat,
»Bemerkungen zur Stadttrierer Mundart”, door Pastoor Laven, ten geschenke kregen —,
wanneer de tijd niet had ontbroken dit bibliotheekje door te werken, zoodat dan ook uit
de vergadering aan het congresbestuur werd verzocht bij een volgende gelegenheid al
zulke boekgeschenken tevoren aan de deelnemers toe te zenden.

Tiet congres werd geopend met de gebruikelijke begroetingen door den Voorzitter en
door de afgevaardigden van verschillende corporaties, waarbij de heer Hoefer gelegenheid vond
den wensch uit te spreken, dat de Denkmalpflegetag ook eens in Nederland zou bijeenkomen.

Daarna gaf de Voorzitter een overzicht van wat door het congres, in de tien jaar
van zijn bestaan, al zoo verricht is. Hij herinnerde er aan hoe het is voortgekomen uit
den »Gesamtverein der deutschen Geschichts- und Altertumsvereine”, en voor het eerst
bijeenkwam in 1900 te Dresden, waar 92 deelnemers aanwezig waren, en besprak daarna
de verschillende onderwerpen, die in den loop der jaren waren behandeld. Ik vestig op
dit overzicht de aandacht, omdat het natuurlijk zal worden opgenomen in het stenografisch
verslag van het congres en dan voortreffelijken dienst kan bewijzen als beredeneerd register
op den hoofdinhoud der thans reeds tien deelen sterke congresverslagen. Allerlei onder-
werpen uit het gebied der monumentenzorg zijn in deze verslagen uitvoerig en dikwijls

160
 
Annotationen