Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Het Arsenaal of voormalig O. Z. Huiszittenhuis te Amsterdam
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0199

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
eene opoffering waartoe velen gelukkig bereid blijken, als hen de waarde van het bedreigde
bouwwerk wordt aangetoond. Met welk recht zal echter het Rijk voortaan die medewerking
en die opoffering kunnen vragen, als het Rijk zelf het voorbeeld geeft om de in zijn
bezit zijnde monumenten te verkoopen, met de zekerheid, dat die gesloopt of verminkt
zullen worden bij de inrichting voor de door den kooper gewenschte bestemming? Toen
de N. Z. Kapel viel, omdat het kerkgenootschap het eigen belang boven dat van het
algemeen stelde, hebben velen het betreurd, dat Nederland niet als vele andere staten
eene wetgeving bezat tot bescherming van monumenten, en dat de gemeenschap hierdoor
onmachtig was om deze vernieling tegen te gaan. Wat zal echter het lot worden van wat
thans nog in particulier bezit is, wanneer het Rijk zelf het voorbeeld geeft van het prijsgeven
van monumenten, zoodra slechts andere belangen hiertoe schijnen te drijven? Wordt niet
op deze wijze een noodlottig voorbeeld geschapen en een nadeel toegebracht, waarbij het
behoud van een enkel monument, hoe belangrijk ook op zich zelf, slechts een kleinigheid is?

Mag het Rijk, dat zoo dikwijls blijk geeft het behoud van monumenten een zaak
van algemeen belang te achten, met de eene hand vernietigen wat het met de andere,
dikwijls ten koste van belangrijke opofferingen, tracht te behouden ? J. C. O.

Teneinde dit te helpen voorkomen werd door het Bestuur van den Bond het navolgende
adres aan de Tweede Kamer verzonden:

Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Bestuur van den Nederlandschen
Oudheidkundigen Bond,

dat het met verwondering heeft kennis genomen van het Wetsontwerp tot goed-
keuring van den Verkoop aan de Vereening »Beurs voor den Diamanthandel” te Amsterdam
van het aan den Staat behoorend gebouw het » Arsenaal” aan het Waterlooplein aldaar;

en dat wel omdat de daarbij genoemde gebouwen zoowel uit historisch als uit
bouwkundig oogpunt zeer belangrijk zijn en gerekend mogen worden te behooren tot de
monumenten van geschiedenis en kunst, waarvoor de Staat op verschillende wijzen zijn
belangstelling toont en tot wier behoud jaarlijks op de Staatsbegrooting belangrijke bedragen
worden uitgetrokken;

dat immers daarom van den Staat in de eerste plaats mag gevorderd worden, dat
het de in zijn bezit zijnde monumenten voor verval of verminking zal behoeden;

dat het om die reden dan ook reeds ongewenscht is om monumentale gebouwen
van Staatswege te vervreemden, daar hierdoor het gevaar ontstaat, dat de nieuwe verkrijger,
minder doordrongen van het aan het ongeschonden behoud verbonden algemeen belang,
op den duur daaraan niet die zorg zal wijden, die van den Staat zelf als beheerder kan
verwacht en gevorderd worden;

dat deze algemeene regel nog te sterker gelden moet bij den onderhavigen verkoop,
die geschiedt met het uitgesproken doel om de gebouwen tot een beurs voor den diamant-
handel in te richten, en waarbij dus noodzakelijk het zeer belangrijk wijzigen, ja waarschijnlijk
het geheel of gedeeltelijk sloopen der gebouwen volgen zal;

187
 
Annotationen