Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 2.1909)

Scheepens (W.), Beschrijving van het kasteel
Doornenburg, gemeente Doornenburg, met
afb., 123-126.

Scheurleer (C. W. Lunsingh), Catalogus eener
verzameling .... oudheden, bespr. door C. W.
Vollgraff, 226-228.

Schiedam, Vondst van oudheden bij de ruïne
van Matenesse, 35—36, 46.

Schilderijen (Onbenoemde), 16, 17, 78,82,83, 113,
114, 115, 133, 134,135, 136, 150, 178, 185, 218,
219, 221.

Schutterij, 19-22,- 130-131, 132, 177, 178.

Schweickhardt, Fruitverkooper, 113.

Schweitzer (Herrrn.), Die Skulpturen-Sammlung
des Suermondt-Museums zu Aachen, I. Bd.,
bespr. door W. Vogelsang, 173—175.

Scorel, 220.

Servaas van Rooyen (A. J.), De kunstschatten
der schutterij, bespr. door J. C. Overvoorde,
130-131.

Sierck (Frederik van), 207, 215.

Simons (Michiel), Stilleven, 149.

Singendonck, Familieportretten, door G. Schalcken,
Ph. van Dijck, C. Netscher, N. Maes, J. van
Haensbergen e. a., 114.

Slabbaert (K.), Stilleven, 116,

Sleen, Onderzoek naar den toren der N.-H.
kerk, 143.

Slingeland (P. van), 108; Keuken, 115.

Slob (Dirk), 229.

Sluis (Jacob van der), Portret van David van
Royen, 108—109.

Sonneveld (Andries Willemsz. van Oosthoorn,
gezegd van), Zijn portret, 83.

Sonoy (Diederik), 81.

Soolmaker, Ruïnes, 115.

Splinter (Margaretha), weduwe van Floris van
Jutphaas, Haar portret, in den trant van Van
Everdingen, 82.

Spruyt (Joh.), Eenden; Hoenders, 116; Vogels,
183-184.

Staatsbegrooting, 154—155, 232.

Stalpaert van de Wiele (Adriaen), Zijn portret,
toegeschreven aan J. de Bray, 134.

Steen (Jan), 136; Dansende boeren en boerinnen,
114; Kermis, 116.

Steenhoff (W.), Stilleven, door Louyse Mouillon,
met afb., 94—96.

Steensel, Opgravingen, 143.

Steenwijck (P. van), Stilleven ter verheerlijking
van M. Harpensz. Tromp, 108.

Steenwijck (S. van), Gezicht op de Lakenhal te
Leiden, 136.

Stone (Nicholas), beeldhouwer, 153.

Storck (A.), Het Y, 115.

Stralen (A. van), Wintergezicht, 113.

Streeck (Jurriaen van), Stilleven, 150.

Studler van Surck, geslacht, 91.

Swart (Jan), Teekeningen, 11.

Sweerts (M.), Siësta, 112.

Symon, 220.

Tapijten, 125, 142, 226.

Teniers (David), De taveerne, 133.
Tentoonstellingen, 145—150, 218—221.

Terpen, 59-62, 96, 97-98.

Teylingen (van), geslacht, 84.

Trier, »Denkmalpflegetag«, 159—170; »Restauratie«
van het keizerpaleis, 166—167.

Tromp (M. Harpensz.), Stilleven te zijner ver-
heerlijking, door P. van Steenwijck, 108.
Troost (Corn.), De liereman, 113 ; Teekening, 139.

Udelermeer, Opgravingen, 65.

Utrecht, Verslag omtrent de gemeenteverzame-
lingen, 139—140; Panorama van de stad, door
Saftleven, 139; Het koperen hek voor het altaar
van St.-Maarten in den Dom, met afb., 196—218.
Uurwerken, 50, 97, 135, 179.

Vaassen, Opgravingen, 143.

Vaillant (Wallerant), Teekening, 221.
Valkenswaard, Het Urnenveld, 65.

Veere, Restauratie van den toren, 232.

Velde (A. van de), Landschap met schaap en
bok, 115.

Velde (Esaias van de), Wintergezicht, 113.

Velde (Jan van de), Stilleven met oesters, 148..
Velde (W. van de) I, Het admiraalschip van J.
baron van Wassenaer, na den slag in de Sont,
teekening, 135.

Velde (W. van de) II, Zonsondergang, 114.
Veldhoven, Opgravingen, 143.

Vellert (Dirick) (?), Ruitje van gebrand glas, met
afb., 17-18.

Velsen, Restauratie van de N.-H. kerk, 180.
Verbeeck (P.), Ruiters, 112.

Verbruggen (G. P.), Bloemstuk, 134.

Verhuist (Rombout), Portretbustes, 41.

Vermeer (Jan) van Delft, Gezicht op Dellt, 109;
Meisjeskopje, 113; Allegorie op het Nieuwe
Testament, 115.

Vermeer (Jan) van Haarlem I, Landschap, 112.
Vermeer (Jan) van Haarlem II, Berglandschap, 115.
Verschuring (H.), Jager, 113.

243