Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Dapper, Olfert
Beschryving Des Keizerryks Van Taising Of Sina: Vertoont in de Benaming, Grens-palen, Steden, Stroomen, Bergen ... Tale, Letteren, &c. ; Verciert met verscheide Koopere Plaeten — Amsterdam, 1670

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.9539#0306

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
244 Befchryving
Zoo de Sinesen verhalen, zou al-
daeraen zekeren krijgs - knecht een
wonderlijke geschiedenis gebeurt
zijn : want als decs by geval van de
vyanden in den stroom geworpen
was, wierd hy door eene schilpad, ge-
lijk een tweede Arion, op een Dol-
fijn na den over oever gevoert. Het
was, voegen zy daer by, een weldaed
van de dankbare schilpad geweest, die
hy een lange wijle gevoed, en daer na
van zelf vry gelaten had.
In zee, onder de vierde landslreke
Hoekheufu des Landschaps van Quan-
tung, heeftmenzulke groteschilpad-
den, die van verre hele klippen schij-
nen te zijn. Daer zijn'er, die, zoo
de Sinefen schryven , boomtjes en
kruiden op deschilden hebben.
In eenige Landschappen van Sina
en in2onderheid in Honan worden ge-
vleugelde schilpadden gevonden, met
groene;Zomtijts met bkeuwe vlerken
of vleugelen aen de voeten. Haeren
zeer langsamen gang komen sy te ver-
gelden met vliegen of liever metze-

des Keizerrijks
keren sprong of huppel, door middel
van het uitstrekken dezer vleugelen.
De gevleugelde voeten van zooda-
nige schilpadden zijn zelfs by de Sine-
sen, om haere zeldzaemheid, in waer-
de. De schilpadden met groene vleu-
gelen worden Ld Mae Quey genoemt,
dat 's fchilfad met groene vleugelen :
want Quey is een schil pad, Lo groen,
en Mae vleugelen gezeit.
Veel oesters heeftmen aller wegen
aen den zee kant, zoo goet als de
Kolchefter oester in Engelant, inzon-
derheid overvloedelijk in de land-
slreke Tencheusu des Landschaps van
I Xantung.
j In d'elfde landflreke Vencheusu des
! Landschaps van Chekiang kom en (een
i wonderlijke zake) zeer kleine oe-
| siers voort, die aldaer op waterige vel-
den gezait worden : wantzy stroien
eenige oesters.hoew el eerst gestampt,
even als zaet over de velden, waer uit
oesters zeer zoet van smaek groeien-
AlJer wegen aen den zeekant zijn
ook veel kreeften en krabben.

'Bergh-vperken i ^ejleenten en Aerdjiojfen.


Oor geheel Sina zijn ontal-
lijke mijnen , rijk en over-
vloedig van allerlei metalen:
hoewel het een verbot in Si-
na is , gout of zilver uit de zelve te
graven; wijl, zoo de Sinesen zeggen,
de mensehen doorgaends in de mij-
nen door de schadelijke uitwaesse-
mende dampen der aerde dood blij-
ven. Maer gout aen d' oevers der dro-
men te rapen staet eenen iegelijk vry:
gelijk ook in dezer wijze een over-
groote meenigte desselfs bekomen
word. En is het gout by de Sinesen
veel meer een koop-waer, als de waer-
dye van koop-waren.
In het Landschap van Junnan word
het gout in grote meenigte uit het ge-
zuivertzant geraept. Zoodemijnen
mogten geopent worden, nergens
van daen zouden de Sinesen groter
overvloet van gout te verwachten
hebben : waer uitby hen een gemein
schimp en spot - woord ontstaen is,
wanneer zy iemand zien , die, met

prachtig en lekker leven, zijn goede-
ren verquist: want zy vragen dien, of
zijn vader ontfanger van 's Keizers
geld-middelen in het Landschap van
Junnan is.
Het Landschap van Kïangfi heeft
rijke gout, zilver, loot, tin en yzer-
mijnen:datvan Fokien yzei, koper en
tin-mijnen, hoewel d'yzer en tin-mij-
nen tot noch toe in Fokien niet geo-
pent zijn : het word ook gezeid gout
en zilver-mijnen te hebben. In de
zeste landslreke Tingcheusu des Land-
schaps van Fokien , leid de berg Kin,
dat 'sgout, alzoo om zijnegoutrijke
mijnen genoemt, die de Stam Sung
deed openen. De bergen des Land-
schaps van Queicheu besluiten, zoo de
Sinesen schryven, gout, zilver.quik-
zilver en diergelijke dierbare liofsèn:
al hetwelk lichtelijk zou te bekomen
zijn , zoo de bergluiden te temmen
en onder gehoorzaemheid te bren-
gen waeren : nu trekken de Sinesen
ssechts zoo veel genois daer uit, als de
berg-
 
Annotationen