Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI Artikel:
Mededeelingen en korte berichten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0071

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
MEDEDEELINGEN EN KORTE BERICHTEN

55

afdeeling bestemd blijven. — De belangrijkste aan-
winsten waren: een altaarstuk van de Familie
Van Swieten, afkomstig van het altaar van het
Nonnenklooster Mariënpoel te Leiden, geschilderd
omstreeks 1450 en geheel vernieuwd in 1552, eenige
portretten, een schilderij van Cornelis Steen, den
zoon van Jan Steen. — Met het Gemeente-Museum
te Utrecht werd een ruiling aangegaan, waarbij
Leiden afstond vier stoelen en een kistje. Hier-
tegenover verkreeg de Lakenhal eenige portretten.

Verslag van het West-Friesch Mu-
seum te Hoorn. — Een belangrijke aanwinst
was de kaart van Batavia van 1627, met olieverf
op linnen geschilderd, waarop te zien zijn ^et fort
met de bastions en alle andere gebouwen. Het is
waarschijnlijk de aan J. Pzn. Coen ten geschenke
gegeven kaart, die in zijn nalatenschap wordt
vermeld. Deze kaart en eenige portretten werden
in bruikleen gegeven voor de tentoonstelling ter
herdenking van de stichting van Batavia.

Verslag omtrent de openbare ver-
zamelingen der Gemeente Utrecht.
— Het is het eerste Verslag, dat niet door Dr.
Mr. F. Muller Fzn. wordt onderteekend. Intus-
schen is de band tusschen Mr. Muller en de ver-
zamelingen nog niet geheel verbroken, omdat hij
de opdracht heeft aanvaard om de inrichting van
het Museum voort te zetten en te voltooien. Van
het museumgebouw kwamen de vleugels aan de
Agnietenstraat en het Nicolaaskerkhof gereed, maar
men kon nog niet beginnen met het inrichten,
daar men eerst nog een verbindingsgalerij wenschte
te bouwen en de beslissing daarover uitbleef.
De verschillende verzamelingen zijn intusschen
naar het nieuwe gebouw overgebracht, ook de
voorwerpen van het Aartsbisschoppelijk Museum
en het Museum Kunstliefde. Reeds werden de
voorwerpen over de verschillende zalen verdeeld
om een beter overzicht te verkrijgen. Als voor-
naamste aanwinst worden vermeld de 63 schil-
derijen, in 1918 van het genootschap Kunstliefde
aangekocht.

Verslag van de Commissie van be-
stuur van het P r o v i n c i a a 1 M u s e u m
van oudheden in Drenthe te Assen,
over 1919. — De Praehistorische vereeniging in
Drenthe zal in het vervolg samen werken met het
Bestuur van het Museum. De Conservator der
praehistorische afdeeling van het Museum vol-

tooide de inventarisatie dezer afdeeling. — Als aan-
winst zijn eenige urnen te noemen.

Verslag over 1920. — De Commissie werd
gereorganiseerd. Als Voorzitter van het Dagelijksch
Bestuur trad op de Heer K. Brok en als Secretaris
de Heer W. van Gorcum. Onder de aanwinsten
van het Museum worden een groot aantal prae-
historische voorwerpen vermeld, voornamelijk uit
de opgravingen in de hunnebedden te Odoorn en
te Valthe.

Verslag van den toestand vanhet
Museum van oudheden voor Provin-
cie en stad Groningen. — Tot Conser-
vator van het Museum werd benoemd Dr. H. P.
Coster, Archivaris der Gemeente Groningen. Dr.
A. E. van Giffen bleef Inspecteur der prae- en
protohistorische afdeeling, Jhr. Mr. W. G. Feith
zal de collectie munten, medaljes en penningen
verzorgen. — De vóór- en vroeghistorische af-
deeling werd gereorganiseerd. Van de voorwerpen
dezer afdeeling zijn een inventaris en een catalogus
aangelegd. — De voornaamste aanwinst was het
legaat van Mr. W. Bakker G. Gzn., bestaande uit
schiderijen, teekeningen en prenten, een kunst-
historische bibliotheek en een aantal kunstvoor-
werpen, als meubels en porselein.

KORTE BERICHTEN.

A 1 p h e n (Z. H.) — Dezer dagen heeft de

aanbesteding plaats gehad van het vernieuwen van
den bovenbouw van de Ned. Herv. Kerk, die
eenige jaren geleden is afgebrand. Men vraagt
zich nu af, of al het bestaande oude zal verdwij-
nen. Immers zijn er in een deel der muren en in
de zuilen nog merkwaardigheden over van de
oude Kerk, die in de 15de eeuw was gebouwd.
Deze kerk brandde in 1619 met bijna het geheele
dorp af, maar werd spoedig herbouwd, met behoud
van het bruikbare oude. Het was een driehoekige
baksteenen kruiskerk met gesloten koor, later
uitwendig rechthoekig ombouwd, met houten
tongewelven. De Noordelijke zij muur is grpotendeels
gerestaureerd. Tegen den noorderwand van het
koor bevindt zich een sacristie uit de 15de eeuw
met kruisgewelf op ribben en oude slotplaat op
de deur. Ten westen tegen het schip is een kapel
met gestukt koepelgewelf uit de 18de eeuw. In
den westgevel trekt een poortje uit het laatst der
17de eeuw de aandacht. In de kapel rusten de
 
Annotationen