Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Oudheidkundig jaarboek (3. Ser. 1.1921)

56

MEDEDEELINGEN EN KORTE BERICHTEN

ambachtsheeren van Alphen. Op het kerkhof is
het graf van den dichter J. L. Nierstrasz met het
grafschrift van Tollens. (N. Rotterd. Courant).

Domburg. — Sedert 1687 zijn op het strand
vóór Domburg herhaaldelijk overblijfselen van
Karolingische begraafplaatsen ontdekt, waaruit
voorwerpen in het Museum van het Zeeuwsch
Genootschap zijn gekomen. Thans heeft de con-
ciërge van het Genootschap, de Heer N. School-
meester, meer oostwaarts, vóór de buitenplaats
Berkenbosch, wederom een aantal doodkisten op
het strand ontdekt. De bodem van een eiken kist
en fragmenten van een menschelijk geraamte
konden naar het Museum te Middelburg worden
overgebracht. (N. Rotterd. Courant).

Dordrecht. — De fraaie gevel, Voorstraat
201 (hoek Wijnbrug), zal binnenkort een afdoende
restauratie ondergaan. Het huis werd in 1618
gebouwd voor den zijde-lakenkooper Jan de
Louttere; het heette voorheen Schiedam, maar werd
in de 18de eeuw herdoopt in De Pauw.

(Dordrechtsche Courant).

’sGravenhage, Israëlietische be-
graafplaatsen. — De Kerkbesturen der beide
Israëlietische Gemeenten hebben de bedolven ge-
raakte grafsteenen doen ontblooten en schoon-
maken, waardoor verschillende zerken van ver-
dienstelijke personen zijn te voorschijn gebracht,
die door de inschriften nieuwe bijzonderheden
gaven. De begraafplaats aan de Oude Schevening-
sche weg dateert van 1694.

H a 11 e m. — Het perceel Allershoek A31 (Pand
der Liefde) is overgegaan in handen van den
Protestantenbond; de merkwaardige gevel uit 1626
zal nu behouden blijven. (N. Rotterd. Courant).

Hulst. — Van de Refuge van de Abdij van
Duinen zijn bij een ontgraving ten behoeve van
tuinaanleg fragmenten van gewelven ontdekt. Zij
zijn evenwel niet bijzonder belangrijk. Wel is dat
het geval met den fraaien toren, in afwisselende
lagen van baksteen en zandsteen opgetrokken,
uit de eerste helft der 16de eeuw, die van het
silhouet van Hulst een belangrijk deel uitmaakt.
De bovenste twee verdiepingen zijn zeer bouwvallig
en behoeven dringend voorziening. Wanneer het
Rijk niet helpt, staat het te vreezen, dat dit fraaie
monument spoedig zal worden afgebroken.

(N. Rotterd. Courant).

K a t w ij k. — Het uit een oudheidkundig oog-
punt merkwaardig gebouw „Konijnenhol” te Kat-
wijk, zal met rijkssubsidie worden gerestaureerd.

Leeuwarden. — Het gevaar voor de dem-
ping der „Tuinen” is gelukkig afgewend.

PERSONALIA.

Met ingang van 1 April 1921 is benoemd tot
tijdelijk directeur van het Museum — G. M. Kam
te Nijmegen, Dr. M. A. Evelein te Gouda.

Met ingang van 1 April is benoemd tot weten-
schappelijk assistente bij het Rijksprentenkabinet
te Amsterdam, Mej. M. H. Bottenheim aldaar.

Bij K. B. van 6 April is het K. B. van 24 De-
cember 1920, betreffende het aan Dr. A. Bredius
te ’s Gravenhage verleende eervol ontslag als ad-
viseur bij het Koninklijk Kabinet van schilderijen
aldaar, ingetrokken; — tengevolge daarvan zal ook
in de verzameling van het Mauritshuis geen ver-
andering komen.

Met ingang van 1 Mei is benoemd tot weten-
schappelijk assistente bij het Nederlandsch Museum
voor Geschiedenis en Kunst te Amsterdam Mej.
C. J. Hudig aldaar.

Met ingang van 1 Juli is benoemd tot tijdelijk
directeur van het Rijksmuseum van Bilderbeek-
Lamaison te Dordrecht Jhr. E. W. C. Six, direc-
teur van het Friesch Museum te Leeuwarden. De
Heer Six zal ook optreden als directeur van het
Dordrechtsch Museum.

Overleden is de Heer J. H. W. Leliman b. i.,
lid der Rijkscommissie voor de Monumentenzorg
Afd. A. _

NIEUWE BOEKEN.

G. A. S. S n ij d e r, Dordrecht (1920).

C. H. de Jonge, De Dom te Utrecht (1920).
Otto Hirschmann, Verzeichniss des graphi-
schen Werks von Hendrick Goltzius (1921).
John Kruse und Carl Neumann, Die
Zeichnungen Rembrandts und seiner Schule im
National-Museum zu Stockholm (1920).

E. Tietze-Conrat, Het Utrechtsch Psalterium
(1920).

N. J. Krom en T. van Erp, Beschrijving van
Barabudur (1920).

N. J. Krom, Inleiding tot de Hindoe-Javaansche
kunst (1920).