DOI article:
Overvoorde, J. C.: Korte Beschrijving van de Monumenten te Zierikzee
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0118
102 KORTE BESCHRIJVING VAN DE MONUMENTEN TE ZIERIKZEE
houten onderpui (Afb. 29). Van breede trapgevels geeft Karsteil D. 295, uit 1636, een
voorbeeld en van een zeer smal geveltje Verre Nieuwstraat B. 117. Bij St. Domus-
straat D. 345 is een zijtrapgevel.
Van het De Keyser-type met gekoppelde pilasters en grillig gesneden togen
zijn hier geen voorbeelden bewaard en evenmin van de onder Amsterdamschen
invloed ontworpen gevels met half-achthoekige togen en radiaalsgewijze geplaatste
sluitsteenen. Door de afgelegen ligging heeft de invloed uit het Noorden zich hier
minder ontwikkeld. Daarentegen kunnen wij op een zeer fraai bewerkten gevel
wijzen, Oude Haven Noordzijde A. 328, uit 1658, (Afb. 30), die sterk den invloed uit het
Noorden verraadt. De gevel eindigt in drie groote trappen met een gebogen fronton,
waarop een sierpot als bekroning van den top. Langs de trappen zijn zandsteenen
vleugelstukken aangebracht met dolfijnen en festoenen. In de penanten zijn pilasters
uitgemetseld met zandsteenen Ionische kapiteelen en basementen, waaronder op de
38. Drinkschaal, wijnproeversschaaltje, meekrapvaatje en tonnetje van het Kuipersgilde.
hoeken blanke schilden en in het midden een gevelsteen (zwaan) zijn aangebracht.
De borstweringen onder de raamkozijnen zijn versierd met cartouches met het
jaartal 1658, op de tweede verdieping met vruchtenfestoenen en in den top een oeil
de boeuf en eene guirlande. De verdiepingen zijn door geprofileerde waterlijsten ge-
scheiden en op de eerste verdieping zijn kopjes als sluitsteenen geplaatst in de rechte
strekken boven de raamkozijnen.
Deze fraaie gevel is nog geheel gaaf; alleen is in 1910 de onderpui gemoderniseerd.
Het hierbij aansluitend pilastertype met rechte kroonlijst is vertegenwoordigd
door de gevels aan de Poststraat C. 94, uit 1663, en C. 97 uit het laatst der 17de eeuw.
Hierbij sluiten zich aan de Lodewijkgevels met rechte kroonlijst, waarvan wij
nog een aantal vertegenwoordigers aantreffen. De meerdere rijkdom der bouwheeren
uitte zich hierbij door het bekleeden der gevels met hardsteen, gelijk in het derde
kwart der 18de eeuw werd toegepast bij de gevels Oude Haven ZZ. D. 407, D. 381
en D. 438, Oude Haven NZ. A. 375 en den laat-18de eeuwschen gevel Poststraat C.
houten onderpui (Afb. 29). Van breede trapgevels geeft Karsteil D. 295, uit 1636, een
voorbeeld en van een zeer smal geveltje Verre Nieuwstraat B. 117. Bij St. Domus-
straat D. 345 is een zijtrapgevel.
Van het De Keyser-type met gekoppelde pilasters en grillig gesneden togen
zijn hier geen voorbeelden bewaard en evenmin van de onder Amsterdamschen
invloed ontworpen gevels met half-achthoekige togen en radiaalsgewijze geplaatste
sluitsteenen. Door de afgelegen ligging heeft de invloed uit het Noorden zich hier
minder ontwikkeld. Daarentegen kunnen wij op een zeer fraai bewerkten gevel
wijzen, Oude Haven Noordzijde A. 328, uit 1658, (Afb. 30), die sterk den invloed uit het
Noorden verraadt. De gevel eindigt in drie groote trappen met een gebogen fronton,
waarop een sierpot als bekroning van den top. Langs de trappen zijn zandsteenen
vleugelstukken aangebracht met dolfijnen en festoenen. In de penanten zijn pilasters
uitgemetseld met zandsteenen Ionische kapiteelen en basementen, waaronder op de
38. Drinkschaal, wijnproeversschaaltje, meekrapvaatje en tonnetje van het Kuipersgilde.
hoeken blanke schilden en in het midden een gevelsteen (zwaan) zijn aangebracht.
De borstweringen onder de raamkozijnen zijn versierd met cartouches met het
jaartal 1658, op de tweede verdieping met vruchtenfestoenen en in den top een oeil
de boeuf en eene guirlande. De verdiepingen zijn door geprofileerde waterlijsten ge-
scheiden en op de eerste verdieping zijn kopjes als sluitsteenen geplaatst in de rechte
strekken boven de raamkozijnen.
Deze fraaie gevel is nog geheel gaaf; alleen is in 1910 de onderpui gemoderniseerd.
Het hierbij aansluitend pilastertype met rechte kroonlijst is vertegenwoordigd
door de gevels aan de Poststraat C. 94, uit 1663, en C. 97 uit het laatst der 17de eeuw.
Hierbij sluiten zich aan de Lodewijkgevels met rechte kroonlijst, waarvan wij
nog een aantal vertegenwoordigers aantreffen. De meerdere rijkdom der bouwheeren
uitte zich hierbij door het bekleeden der gevels met hardsteen, gelijk in het derde
kwart der 18de eeuw werd toegepast bij de gevels Oude Haven ZZ. D. 407, D. 381
en D. 438, Oude Haven NZ. A. 375 en den laat-18de eeuwschen gevel Poststraat C.