Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 1.1921

DOI article:
Mededeelingen en korte berichten
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19958#0262

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
242

MEDEDEELINGEN EN KORTE BERICHTEN

maakt, maar, naast vaak aardig eenvoudig gekozen
woorden, die iets moeten duidelijk maken, ook
wel eens kleine slordigheden te verwerken geeft.
Voorts hinderen enkele opmerkingen, als bijv. op
blz. 46 naar aanleiding van de koorbanken te
Breda; „hoe goed de stijve rechte plooienval ook
is weergegeven, de lichaamsvormen komen niet
tot hun recht”, als was de schrijver zich niet
bewust dat juist de gewaadfiguur in zijn geheel
gezien en niet als in de renaissance het lichaam
met kleederen bekleed, datgene was dat de Gothische
meesters zagen en zochten uit te beelden. Ook
verder kan ik niet altijd meegaan met zijn ethische
en aesthetische overwegingen en evenmin aan de
zee denken bij de verklaring van het kwabornament.
Jammer dat van blz. 147 af een kleine vergissing
aanleiding was, dat de nummers der verwijzingen
naar de afbeeldingen met één nummer zijn
opgeschoven.

Maar dit zijn slechts kleinigheden, opmerkingen,
die den schrijver mogen bewijzen met hoe veel
belangstelling ik zijn aardig onderhoudend boek
heb gelezen en hoe zeer ik zijn publicatie van de
nog lang niet algemeen bekende houtsculptuur
onzer kerken op prijs stel.

E. N.

MUSEA.

Den 3 November 1.1. werd het door Mr. C. F.
D. Pape, mede namens zijn overleden broeder Mr.
C. W. J. J. Pape, aan de Gemeente Leiden ge-
schonken nieuwe gebouw ter uitbreiding van de
Lakenhal op plechtige wijze aan de Gemeente in
beheer overgedragen. Met de inrichting van de
zaken kan nu begonnen worden.

Het statige gebouw, ontworpen door den archi-
tect den Heer W. A. Lensvelt, bevat twee kunst-
zalen met bovenlicht en zes expositiezalen, waar-
van er twee zijn versierd met fraaie betimmeringen,
een afkomstig uit hotel Lion d’Or te Leiden en
een uit de Munte te Arnhem. Verder bevat het
gebouw de noodige dienstvertrekken als bureau’s
werk- en bergplaatsen.

Het gebouw beslaat eene bebouwde ruimte van
1200 M2. en is geheel van steen en beton opge-
trokken. Het verband met het oude museum wordt
verzekerd door verbindingsgangen op de verschil-
lende verdiepingen.

Het Museum-Huis Lambert van Meerten werd

half Augustus wederom voor het publiek toegan-
kelijk gesteld, nadat gedurende de laatste maanden
ingrijpende veranderingen in het gebouw hebben
plaats gevonden.

Tot de twee voorname oorzaken, welke deze
veranderingen noodzakelijk markten, behoort in
de eerste plaats het feit, dat Jhr. Six van Vromade,
de fraaie 17e en 18e eeuwsche meubels, het mooie
porselein en de schitterende Delftsche voorwerpen
en plaques, welke hij meer dan 10 jaren in bruik-
leen had afgestaan, thans wenscht terug te
ontvangen.

Een des te heuglijker feit was het daarom, dat
het Rijk tegen het einde van het vorige jaar,
dank zij de krachtige hulp van tal van particulieren
en kunstminnaars uit verschillende oorden van
ons land, in staat kon worden gesteld de uitgebreide
collectie tegels en tegeltableaux van den heer J.
L. Schouten te Delft voor het Museum te verwerven.

Door den aankoop van deze belangrijke verza-
meling is tevens een aanvang gemaakt met de
vorming eener ceramiek-collectie, welke voor Delft,
waar eertijds een bloeiende aardewerkindustrie
bestond, van bijzonder groot belang is.

De uitgebreide collectie, die thans voor het
grootste gedeelte in het Museum van Meerten is
opgesteld, omvat circa 12000 tegels en geeft in
rijke verscheidenheid een beeld van de ontwikkeling
der tegel-industrie van circa 1500 tot 1800. In
deze rijke verzameling van uitsluitend décoratieve
muurtegels (tegeltableaux met voorstellingen wel-
ke aan schilderijen herinneren en waar met de
waarde van het vlak als zoodanig geen rekening
wordt gehouden, komen in deze collectie nauwe-
lijks voor) worden exemplaren aangetroffen met
ornamenten, die te zamen gevoegd in groote
tableaux de fraaiste patronen vormen; voorts
tegels met geestige figurale voorstellingen en sier-
lijke plantmotieven en ten slotte verschillende
specimina versierd met landschappen en zeege-
zichten.

Ter vergelijking en tot het geven van een meer
volledig beeld der tegelindustrie zijn ook enkele
buitenlandsche exemplaren als Perzische-, Spaan-
sche- en Italiaanscbe tegels in de collectie
opgenomen.

De ontwikkeling van het ornament op den tegel
is in al haar phasen in den loop der eeuwen
geleidelijk te volgen. Van het streng geometrische
op de tegels met ingeperste versieringen en een
decor in gekleurd slib, ontwikkelt het patroon
 
Annotationen