Dapper, Olfert: Beschryving Des Keizerryks Van Taising Of Sina: Vertoont in de Benaming, Grens-palen, Steden, Stroomen, Bergen ... Tale, Letteren, &c. ; Verciert met verscheide Koopere Plaeten (Amsterdam, 1670)

16%
cenigeti mondt tweederlei water
vloeit: het een klaer en helder, en het
ander drabbig en donker: na het zij-
nen hooftbron verlaten heeft, gaet ie-
der eenen verkeerden weg , als of
d' een op den ander vertoornt was.
Van het klaerste water word met
rijs zekere drank Samjou gemaekt.
Aen d'oost-zijde der Stad Chinning
is een bron met zeer kout water ;daer

Befchryvmg des Kekerrijks
kout water , dienstig evenwel tegen
de verlamming.
Aen de zuid-oost zijde der Stadt
Cioking, in delandstreke Ciokingsu , is
een bron met warm water, die aem-
borstigheid geneest en alle verstop-
ping opent, wanneer de zieken daer
in gewoiïen worden. Een andere bron
is in dezelve landstreke , Hiangxui
dat 's welriekend water , om dat het,

nochtans de gehele omgelegen grond inzonderheid in de lente.Iiessijk riekt:

bronnen des
Landschaps
■vanjun-

door onder-aertseh vuur warm is
By de krijgs-vesting Picie springt
een bron met zeer liefelijk water, ge-
noemt Fo.
Benoorde de Hooft-stadt Junnan is
op den berg Xang een bron met zeer

in welken tijdd'inwoonders, om de
vreemdigheid der zake, ofserhande
aen den bron doen.en water,gemengt
met hun drank van rijs, drinken. Het
water,zoo deSinesenwillen, geneest;
vele ziekten.

na».

Trtis. At.
Sm.

'Bergen, Hooien en Dalen.


EtKeizerrijk van SinaW\tbc-
\ stuwt aen verscheide oorden
met ontallijke bergen, niet
verre van de lieden gelegen.
By de Sinesen zijn de bergen . hoe-
wel niet dan degrootsteen wijdstrek-
kenste , in zulk een grote eerwaer-
digheid, dat zy geen ding met gro-
ter yver waen-geloofelijk gae-ssaen,
dan de bergen: want het geen hier te
lande de sterrekijkers, in het aen-
schouwen van 'shemels-loop, uit-
rechten , het zelfde doen de berg-kij-
kers in het aenmerken en gae ssaen
der bergen; met eerstelijk der zelve
stant, daer na de gestaltenis, hoven,
stromen, bronnen, enmeiren, inde
zelve na te vorsichen : waer uyt zy
daer na, voor -zich., gelijkze zelfs zich
zottelijk wijsmaken, zeer ware rege-
len van de berg-kijkery tezamen
stellen.
Ik zal laten volgen/tgeen de Jeluiet
Martij» hier over geschreven heeft.
In het ga Jlaen en uitkiezen d r her gen
zijn de Sinefen niet min naukeurig , dan
waengelovig , met inbeelding al hun
voorjpoet en heil in de bergen beftaet,
en dat om de woonplaets os verbluj des
Draeks in dezelve , dien zy voor d' oor-
zake van hunne gelukzaligheid houden.
Hierom onderzoeken de Sinefen, tot
het maken der grasJledtn, (ver/la van
rijken) de gejlaitenijsen der bergen naer-

! stelijk, en doorvorschen al d'aederen en
ingewanden , zonder onkoste os arbeid
s ontzien, te weten , om een gelukkige
aerde te bekomen, namelijk het hoost os
\ sseert os hert des Draeks : want hier
door willen zy dat den nakomelingen des
overleden alles gelukrig en voor de wint
zal gaen. Velen , ervaren in de deze
kunss, zwerven door geheel Sina omher,
die de gejlaltenissen en aederen der ber-
gen gajiaen. even als deJlerre-kiikers de
zamen voegingen en gezichten der ge-
ssernten, en de handt en aenzicht bekij-
kers {daer de Sine) en zeer toe genegen
zijn) het wezen en de trekken des gant-
fchenhchaems. Een wonder waen-geloof
daer inzy nochtans, tot raezens toe, re-
velen.
Het is, mijns gevoelens, een vont van
zekeren Filosoos, om door dit middelde
godsvrucht,en gediensligheid der leven-
den tegen de ét oden te vermeerderen.
Wtfders, de bergen in Sina zijn mee-
r en deels met grote dorpen besl gen, lu-
ftig door zeersraeie gras(leden,bojschen,
en wouden. En gelijk de naerflige Sine-
fen niets onbebout tot een doen niet laten
leggen, alzoo worden vele bergen vlak en
essen gemaekt tot den rijs-bou, inzonder-
heid in het landsehap -^«Fokien. De
bergen ,diesraei geboomte,lojschen, en
luslige uitzichten hebben , zijn verciert
met grote en heerlijke Pagoden. Aldaer
zijn kloojlers voor osser-papen. In dichte
kreu-