Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 1.1908

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: De Verbouwing van het Leidsche Raadhuis in 1595 - 1597
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0026

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
hoe het raadhuis reeds in de 15de eeuw het langgerekte front bezat, zoodat De Key alleen
van den gevel als de ontwerper moet worden beschouwd.

Deze toewijzing kon, behalve op stijlkritische gronden, alleen worden toegelicht
door eene aan Galland door mijn ambtsvoorganger Mr. Ch. M. Dozy verstrekte aanteekening
over eene zending van een stadsbode naar De Key, eene aanwijzing, die, zooals de Heer
Weissman terecht opmerkt, nog geen bewijs levert van het ontwerpen van den gevel door
den Haarlemschen meester.

Gewoonlijk wordt de toekenning van Galland aanvaard, doch deze vond ook

Het Stadhuis vóór de verbouwing volgens de kaart van S. Dz. van Dulmenhorst.

verschillende bestrijders, o. a. nog kortgeleden in den Heer A. W. Weissman, die in zijn
artikel in »de Opmerker” van 3 Augustus 1.1. de mogelijkheid oppert dat wij in de vier
op het eerste ontwerp van 1593 vermelde personen, Andries Jacobsz., Pieter Willemsz.,
Jacob Dircksz. en Claes Cornelisz., wellicht de ontwerpers van den gevel te zoeken hebben.
Op stijlkritische gronden betwist hij de de toekenning aan De Key en »zoo zal men,
tot iets naders gevonden mocht worden, het recht missen, Lieven de Key als den ont-
werper van den Leidschen raadhuisgevel te beschouwen”.

Het onderzoek wordt bemoeilijkt door het feit, dat toevallig over de jaren van

12
 
Annotationen