Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 1.1908

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: De Verbouwing van het Leidsche Raadhuis in 1595 - 1597
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0028

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
grootingen over, die het raadhuis in de 14de en 15de eeuw heeft ondergaan, en die ik elders
uitvoerig hoop te behandelen, en wij nemen ons uitgangspunt bij de afbeelding van het
raadhuis, voorkomende op de kaart van Salomon Davidsz. van Dulmenhorst in het bekende
»Chaertbouck” door Dr. W. Pleyte uitgegeven in »Leiden voor 300 Jaren en Thans”,
blad N°. 1111 T), die geheel overeenkomt met eene afbeelding uit 1578 op de mede in
genoemd werk gereproduceerde »Waaragtige afcunterfeitinge der stad en universiteit Leiden
in Holland” 1 2 3 * *). De gevel is daar vlak gehouden, de grond- en bovenverdieping worden
door een cordonband gescheiden en boven de verdieping is een vooruitspringende weergang
met kanteelen en spietorens aangebracht. Hierachter rijst het hoog opgaand dak met vier recht
op den gevel staande kapeldaakjes. In de onderverdieping zijn drie poorten, een roepstoel
aan den westhoek, een bijbouw bij de middelste poort en de kaak midden in de oostelijke

»Patroon van voorgevel van’t Stadhuijs”, 1593. Naar de teekening en de Prentverzameling

der Gemeente Leiden, No. 1683.

helft. 8) Vergelijken wij hiermede de afbeeldingen uit den tijd na de verbouwing, dan zien
wij, dat, op eene kleine uitzondering na, de verdeeling gelijk is gebleven. Zelfs roepstoel
en kaak (afgebroken in 1663), nemen nauwkeurig dezelfde plaats in. Het eenig verschil
is, dat de middelste poort een vak meer naar het oosten is verplaatst, waarschijnlijk om
het bordes met den versierden ingang en den middelsten topgevel meer naar het midden
van den bouw te plaatsen. In den onderbouw toch waren volgens de boven gereproduceerde
afbeelding 5 ramen ten westen en 7 ten oosten van de middelste poort, hetgeen bij den

1) Leiden, E. J. Brill, 1874.

2) Naar eene copie door jacob van Werven uit 1744.

3) Den reeds toen bestaanden aanbouw aan de westzijde, die geheel afwijkt van den ouden bouw

en ook niet in de verbouwing werd betrokken, laten wij hier buiten bespreking. Evenzoo natuurlijk

de eerst later aangebouwde hoofdwacht aan de westzijde en de vierschaar aan de oostzijde.

14
 
Annotationen