Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 1.1908

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Martin, Wilhelm: Een schilderij van Willem van Haecht in het Mauritshuis
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0048

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
aan, die daartoe in van der Geest’s huis zijn intrek nam. 1) Deze van Haecht of Verhaecht
was de in 1593 (7 Nov.) geboren zoon van Rubens’ eersten leermeester. Hij was den
24sten Augustus 1615 naar Parijs gegaan en in 1619 naar Italië, waar hij tot 1626 bleef.
In laatstgenoemd jaar werd hij, als meesterszoon, vrijschilder in het Antwerpsch St. Lucas-
gild en weldra kreeg hij de »conservatorsbetrekking” bij van der Geest, in wiens huis hij,
ongehuwd, den twaalfden Juli 1637 overleed.

Omtrent de schilderijen van Willem Verhaecht was tot voor korten tijd al evenmin
iets bekend als omtrent den inhoud der verzameling van van der Geest, waaromtrent men
slechts enkele gegevens had. Men wist o.a., dat Rubens voor hem den » Amazonenslag”,
thans in de Pinakotheek te München, geschilderd had en dat van der Geest een Madonna
van Quinten Massys bezat.

Een schilderij op de Winter-Exhibition in Burlington-House te Londen bracht ver-
leden jaar plotseling meer licht in deze zaak. Dit stuk, n°. 52 van den catalogus, ingezonden
door Lord Huntingfielcl te Birmingham, verbeeldt het bezoek van Aartshertog Albert en
Isabella aan de verzameling-van-der-Geest. Dit bezoek vond ~) den vijftienden Augustus 1615
plaats. De vorstelijke bezoekers waren — aldus het verhaal — vooral zeer ingenomen met
een Maria van Quinten Massys, die zij blijkbaar gaarne wilden hebben. »Van der Geest
hield nochtans zoo stevig vast aan zijnen Quinten Metsys, dat hij hier den dooveman speelde
en den Aartshertogen geenszins wilde aangenaam zijn ten koste van zijnen kunstschat.”

Inderdaad ziet men op de schilderij van Lord Huntingfield hierbij afgebeeld, links de
Aartshertogen zitten. Rubens spreekt met Albert over de schilderij, die de oude van der Geest
demonstreert. In de schilderij herkennen wij gemakkelijk de compositie van Massys, waarvan
o. a. het Rijksmuseum te Amsterdam (onder No. 1529) een oude copie bezit. Achter van
der Geest staat diens vrouw en verder onderscheidt men nog o. a. burgemeester Rockox,
de schilders Anton van Dyck, Gerard Seghers en Snijders en den beeldhouwer Ant. van
Montfoort. Door de ramen links ziet men de Schelde en boven de ingangsdeur is het
wapen van van der Geest aangebracht, waarin de duif, het symbool van den H. Geest,
een overwegende rol speelt. Ook het onderschrift »Vive 1’Esprit” is een duidelijke toe
speling op den naam van den verzamelaar.

Onder de in het vertrek tentoongestelde schilderijen trekt allereerst de aandacht
Rubens’ Amazonenslag, dien hij voor van der Geest schilderde. Daarboven Rubens’
Paracelsus, thans in het museum te Brussel, iets verder rechts Adam de Coster’s judith
en Holofernes, thans in het Prado, en nog verder rechts, bij het beeld van Ceres, Els-
heimer’s Ceres en Stelio, eveneens thans te Madrid. Boven de deur prijkt een groot stuk
met Christus, Maria en Martha 1 2 3).

Naast dit stuk hangt een aanbidding der herders, die zooveel gelijkt op de aan

1) Vgl. voor een en ander: van den Branden, «Geschiedenis der Antwerpsche Schilderschool”, blz. 650.

2) Van den Branden t. a. p.

3) Deze schilderij werd, volgens Henri Hymans, eenige jaren geleden te Brussel verkocht als
Adam van Noort. («Cronique des Arts et de la Curiosité” 1907, p. 99—100).

34
 
Annotationen