DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:Overvoorde, J. C.: Het nieuwe kantongerecht te Schiedam
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0107
werd aangewezen om Napoleon te ontvangen. Die eer zoude het zeker dubbel waardig
geweest zijn, doch uit niets blijkt, dat bij den grooten keizer het plan tot een bezoek aan
Schiedam heeft bestaan. In het gemeente-archief vindt men slechts de algemeene aan-
schrijving over de reis door Holland en het besluit om Napoleon op zijn doorreis te
Overschie te begroeten.
Slechts kort had de kunstlievende brander pleizier van zijne stichting. Tegenslagen
in den handel noopten hem in 1810 zich uit de stadsregeering terug te trekken en het
pand te verkoopen, dat daarna in verschillende handen kwam en in het jaar 1901 voor
Groote zaal (audiëntiezaal).
een gering bedrag door de Gemeente Schiedam werd aangekocht, toen het, slecht onder-
houden en uitgewoond, voor afbraak dreigde verkocht te worden. Terecht begreep het
stadsbestuur, dat dit gebouw, dat om zijn prachtige inrichting een bloeitijdperk der stad
verpersoonlijkte en een eenig voorbeeld was van een hier weinig zoo fraai toegepasten
bouwstijl, niet onder den moker mocht vallen. Over de bestemming voor stadsdienst was
men nog niet tot eene beslissing gekomen, al was reeds over de inrichting voor archief of
museum gedacht, toen het aanbod van het Rijk om het gebouw voor kantongerecht te be-
stemmen werd ontvangen, waardoor het behoud van het merkwaardig gebouw verzekerd werd,
zonder dat ingrijpende veranderingen noodzakelijk waren.
95
geweest zijn, doch uit niets blijkt, dat bij den grooten keizer het plan tot een bezoek aan
Schiedam heeft bestaan. In het gemeente-archief vindt men slechts de algemeene aan-
schrijving over de reis door Holland en het besluit om Napoleon op zijn doorreis te
Overschie te begroeten.
Slechts kort had de kunstlievende brander pleizier van zijne stichting. Tegenslagen
in den handel noopten hem in 1810 zich uit de stadsregeering terug te trekken en het
pand te verkoopen, dat daarna in verschillende handen kwam en in het jaar 1901 voor
Groote zaal (audiëntiezaal).
een gering bedrag door de Gemeente Schiedam werd aangekocht, toen het, slecht onder-
houden en uitgewoond, voor afbraak dreigde verkocht te worden. Terecht begreep het
stadsbestuur, dat dit gebouw, dat om zijn prachtige inrichting een bloeitijdperk der stad
verpersoonlijkte en een eenig voorbeeld was van een hier weinig zoo fraai toegepasten
bouwstijl, niet onder den moker mocht vallen. Over de bestemming voor stadsdienst was
men nog niet tot eene beslissing gekomen, al was reeds over de inrichting voor archief of
museum gedacht, toen het aanbod van het Rijk om het gebouw voor kantongerecht te be-
stemmen werd ontvangen, waardoor het behoud van het merkwaardig gebouw verzekerd werd,
zonder dat ingrijpende veranderingen noodzakelijk waren.
95