Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 1.1908

DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:
Pit, Adriaan: Nederl. Museum voor geschiedenis en kunst: Aanwinstein
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0174

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
wat er aan een stijl voorafgaat en wat er, in andere landen, onder andere omstandigheden,
aan paralel loopt.

Wij zagen na de gothiek, in ons land, plotseling de reeds zeer ontwikkelde vormen
der renaissance opduiken, zonder eenige overgang. In het land waar die renaissance zich
het eerst vertoonde, was dat natuurlijk niet het geval; een overgangsmeubel te kunnen
bestudeeren is bovenal leerrijk. Tot dit laatste leenen zich twee kisten onlangs in Italië
aangekocht. De eene, vermoedelijk een schrijfkistje, staat reeds in bovengenoemden catalogus
vermeld (No. 47a). De marketterie waarmede het versierd is, vertoont, in hoofdzaak, nog
de strenge lijnen, de sobere geometrische ornamenten welke reeds in de vroege midden-
eeuwen in Italië gebruikt werden, alleen het motief van gerijde blokjes zou voor dezen tijd
iets nieuws genoemd kunnen worden. Een wapenschild op het deksel heeft de gerekte
elegante vormen, zooals wij die na de 15de eeuw nauwelijks meer vinden, en ook de profielen

Figuur 2.

met het koord-motief, de geheele opbouw van het meubel is nog Italiaansch gothisch.

De andere grootere kist (Fig. I) is een zeer fraai en deftig type van de cassone,

van het meubel bestemd tot berging van kleeren en kostbaarheden, dat in het Italiaansche
woonvertrek niet gemist kon worden, toen de kast daar nog een zoo goed als onbekend
meubel was. De rijkeren, die zoowel over stadswoning als over buitenhuis konden beschikken,
bedienden zich van de cassone ook als reiskoffer. Onze kist is geheel opgebouwd van
populierenhout, overtrokken met vrij dikke planken van notenhout, versierd met intarsia.
Ook in de 16de en 17de eeuw vindt men nog deze besparing op het betrekkelijk kostbare

notenhout, waarmede het meubel als door een soort fineer, maar veel dikker dan de latere

fmeersoorten in Noord-Europa, bekleed werd. De ornamenten van ingelegde lichte en donkere
houtsoorten, vlechtwerken of blokjes, loopen aan de randen van deksel, front en zijwanden,
het middengedeelte effen glad latende. Deze sobere versiering wordt afgezet door de over-
hoeks geplaatste s-vormige voluten, gevat door een wapenschild met dubbele vlucht, motief

159
 
Annotationen