Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 1.1908

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Notten, M. van: Aanwinsten Nederlandsch Museum voor geschiedenis en kunst
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0213

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
na Christus en door de Kopten vervaardigde weefsels. De Kopten waren de eerste Egyptische
Christenen. Als bekend mag verondersteld worden, dat reeds zeer spoedig de Christelijke
geloofsleer, via Alexandrië, vasten voet in Egypte verkreeg. Hiertoe zal zeker hebben
bijgedragen, dat de nieuwe leer den Egyptenaren niet geheel vreemd was ; in de Christelijke
leerstellingen en Christelijke symboliek vonden zij veel uit hun ouden Isis-dienst terug.
Nadat het Christelijk geloof het oud-Egyptische en het inheemsch geworden Grieksch-
heidensche overwonnen had, nam dit, vooral in het Nijldal, een strengen ascetischen vorm

aan, waardoor tusschen de bewoners dezer streken en
de overige Grieksch-Romeinsche Christenen allengs een
dieper wordende kloof ontstond, die, na het concilie van
Chalcedonië (451 na Chr.), tot eene scheiding leidde. Dit
concilie had de leerstellingen der orthodoxe Romeinsche
en Grieksche Christenen aanvaard en aan den Christus
eene dubbel-natuur, de goddelijke en menschelijke toege-
kend. Maar de inheemsche Christenen verklaarden met
den Bisschop Cyrill van meening te zijn, dat in Christus
slechts één natuur te erkennen was, daar de menschelijke
in de goddelijke was opgegaan. De Kopten scheidden
zich dien ten gevolge af, hetgeen tot langdurige en
diepgaande oneenigheden aanleiding heeft gegeven.

In de 7de eeuw was deze scheiding zoozeer in veete
veranderd, dat, toen de Islam het land binnendrong, de
Kopten er de voorkeur aan gaven de aanhangers van dezen
nieuwen godsdienst bij te staan, liever dan de anders
denkende stamgenooten in den strijd tegen den Islam
te steunen. Zij verklaarden te weten, dat de Grieken
den Islam zouden bestrijden, maar dat zij (de Kopten)
noch in deze wereld, noch in de toekomstige eenige
gemeenschap met hen wenschten te hebben en zoowel
den tyran, die te Byzantium wetten voorschreef als het
concilie van Chalcedonië en de Melkhiten (orthodoxen,
keizerlijken), zijn slaven, verloochenden.

De Kopten hebben zich nog als Christelijke gemeente staande weten te houden,
nadat reeds het overige Egypte door den Islam in bezit was genomen. Zij werden geduld
en konden in hoofdzaak een zelfstandig godsdienstig leven leiden. Hierdoor wordt begrijpelijk,
hoe ook nog na de 7de eeuw Christelijke symboliek aan den Boven-Nijl gebruikelijk bleef. De
strijd der iconoclasten bekommerde hen weinig; zij waren te ver van Rome en Constantinopel
verwijderd. Dit was ook de reden waarom later zoowel pauselijke decreten als besluiten
van de keizerlijke synode te Constantinopel (7de en 8ste eeuw) hen weinig verontrustten.

Zooals uit de oude teksten herhaaldelijk blijkt, waren de Egyptenaren reeds in de

Figuur 1.

198
 
Annotationen