Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 1.1908

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Notten, M. van: Aanwinsten Nederlandsch Museum voor geschiedenis en kunst
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0219

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Ook de verzameling nationaal aardewerk kon in den loop van dit jaar met enkele
belangrijke stukken vermeerderd worden.

Allereerst moeten vermeld worden twee kandelaars van polychroom Delftsch aardewerk
in de manier van Pijnacker. De verzameling bezat reeds een eerste-rangswerk uit dit bekende
atelier, dat zich met het monogram A. P. K. teekende, n.1. de in kleuren versierde kan met
den bas-spelenden jongen man; maar de kandelaars laten een wijze van versiering zien,
welke zeldzaam genoemd mag worden en in onze verzameling nog niet was vertegenwoordigd.
Wij vinden hier een duidelijk uitgesproken en voor de Delftsche fabrieken betrekkelijk
zuiver geteekend Lodewijk XlV-ornament. Dit alleen is reeds belangrijk. De rijkdom van
uitvoering, de fijne smaak, waarmede het palet van rood, blauw, groen, zwart en goud is
aangewend, de volmaakt gave wijze, waarop de kleuren in den moffeloven op het email
zijn gebracht, wettigen bovendien den lof, welken men dit produkt, zij het dan ook van
ietwat decadent fabrikaat, niet mag onthouden.

Voor de geschiedenis van het vroege Delftsch zijn belangrijk de twee van onderen
met lood-glazuur, van boven met tin-glazuur gedekte tamelijk platte wapenbordjes uit het
eind der 16de of het begin der 17de eeuw. Beider gekartelde rand vertoont de, in het
Hollandsche aardewerk uit dien tijd herhaaldelijk voorkomende versiering van noppen, die
met den vinger van onder naar boven doorgedrukt en daarna in oranje, blauw en groen
versierd werden. De eigenaardige spiraal-vormige krullen ontbreken niet. Beider plat is met
een wapen beschilderd. Vooral het bordje met het gepaalde wapenschild is goed gecomponeerd
en met zekere hand geteekend; het andere bordje, met het geschuinde wapenschild munt
daarentegen door decoratief effect uit. Deze twee bordjes zijn karakteristieke voortbrengselen
onzer nationale kunstnijverheid van omstreeks 1600: niet bijzonder fijn van vorm of kleur,
maar van schilderachtige werking en degelijke techniek.

Voor den overgang van het aardewerk met nationale versiering naar dat met chineesch
décor is het platte, breedgerande bordje met de afbeelding van eenige huisjes in blauw
en oranje kenmerkend. Het is een voortbrengsel van geheel populaire kunst, maar door
zijn krullige randversiering in blauw voor de ontwikkelings-geschiedenis van het Delftsche
aardewerk van waarde.

Ook werd aangekocht een in blauw, groen, oranje en mangaan versierde schotel
met eene, waarschijnlijk aan een prent ontleende voorstelling van Vertummus en Pomona.
De algemeene indeeling der versiering wijkt af van het bij ons nationale aardewerk meest
voorkomend type, zoodat men een oogenblik zou kunnen twijfelen of men hier wel met
een Hollandsch fabrikaat te doen heeft, maar door teekenmg en toon schijnt het kleine
blauw gekleurde landschap op den rechter achtergrond reeds een voorlooper te zijn van
de latere Delftsche landschap-tegel-tableaux.

De bloeitijd van het Delftsch aardewerk is onder de nieuwe aanwinsten vertegen-
woordigd door een van de Vereeniging Rembrandt m bruikleen ontvangen groote polychrome
schotel, fig. 6. In het roomachtig email der achterzijde is hij voluit »Roos” gemerkt. Deze

204
 
Annotationen