Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 1.1908

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Kalf, Jan: Het stadhuis te 'S - Hertogenbosch
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0241

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Met de prachtige teekening van P. Saenredam (fig. 7) voor oogen kan een ieder
gemakkelijk zien, wat en hoe die oude toegangen geweest zijn vóór den bouw van het
tegenwoordige stadhuis. Een kleine, bevallige, voorbouw, op vier losse en twee gekoppelde
kolonnetten geschraagd, gaf onder zijne sierlijke welfvelden door, toegang tot de halle,
die naar het zeggen van Mr. }. H. van Heurn voor de wacht der stad was ingericht.
Voor deze bewering heb ik geen enkel getuigen gevonden. Alléén is het opmerkelijk, dat
de vier kanonnen, Ao. 1580 aan Den Bosch geschonken, niet vóórkomen beneden de pui
op Saenredam’s teekening. Hiertegen zou Van Heurn wellicht aangevoerd hebben, dat die
kanonnen ook wel eenigen tijd van het jaar naar binnen gehaald zullen zijn, waar in de

halle, het door hem genoemde wachthuis voor de burger-
wacht, geschikte bergplaats te over bestond. Overigens
voegen wij hier nog aan toe, dat de pui, die na
Saenredam’s teekening in veel logger vorm gebouwd
werd, de beide deuren der hal eerbiedigde. Deze laatsten
zijn eerst omtrent het midden der negentiende eeuw
dichtgemetseld, toen de renaissance-borstwering van het
hedendaagsche stadhuis werd afgebroken en door de
breede trappen vervangen.

Ten besluit kunnen wij nu nog eenige bijzonder-
heden, uit het voorgaande geleerd, op den gevel (fig. 7)
waarmerken. De breedte van den middelbouw strookt
geheel met die van de kelder-halle. De beide schoor-
steenen, aan de voorzijde boven den trapgevel uit-
klimmend, bevonden zich loodrecht boven de in den
kelder ontdekte schouwen. Het wapen des keizers in
witten steen, de vier beelden, de torentjes en de
beide naast het stadhuis gelegen en later daarbij
getrokken huizen spreken duidelijk genoeg op de
nauwkeurige plaat van Saenredam; duidelijker althans
dan wij het in woorden kunnen weergeven.

Bij deze oude plaat van Saenredam past ook mijns inziens de oude tekst van
Jacob van Oudenhoven, den tijdgenoot van Peter Saenredam:

»Dit 's Heeven Huys heeft eenen schoonen gevel ende bequamen Tooren, ende daer
»op een Hovologie met eenen Voor-slagh, ende loopen in ’tslaen van de kloek twee ghemaeckte
»Ruyters teghens malcanderen, ende staen twee andere als Sceyts-luyden toe ende kijeken,
»dat al mede eenigh vevmaeck geeft voor die het noyt ghesien en heeft.’’

De leden van den Oudheidkundigen Bond hebben dat mechaniekwerk van »Ruyters
ende mennekens” wel »oyt ghesien” en zullen, naar ik hoop, hun aandenken aan ’s-Hertogen-
bosch door ’t weêrzien dezer platen verlevendigen.

’s-Hertogenbosch, November 1908. Dr. C. F. XAV. SMITS.

Fig. 7. Stadhuis gevelteekening van
P. Saenredam.

226
 
Annotationen