De bouw van het raadhuis zelf werd in 1447 begonnen en vorderde zeer snel.
Reeds in 1449 werd de steiger voor het raadhuis verwijderd, zoodat toen de Bentheimer
steenen gevels van raad- en wijnhuis in de Sassenstraat met hunne tinnen of kanteelen
ten volle uitkwamen. De binnengevels waren, afgaande op wat er nog van over is, in
baksteen opgetrokken. In dat raadhuis verdient de raadkamer, als de plaats, waarin eens
de magistraat het bestuur en de rechtspraak uitoefende en later de landschap hare zittingen
hield, alle aandacht. Een aandacht, wier waarde verhoogd wordt, omdat zij thans als trouwzaal
nog grootendeels haar oorspronkelijke gedaante heeft. Van haar lezen wij dat in 1447
mr. Berend de stadsmuurmeester de opdracht kreeg om haar te welven en te floeren,
waaronder vermoedelijk te verstaan is het in orde maken van den vloer. Intusschen had
mr. Herman van Colne te Keulen den schoorsteen van Drakenvelder steen geleverd, die
mr. Berend plaatste. Gelijken tred hield de verdere afwerking der kamer. Zoo werden aan
Twee bassen of balkdragers in de Trouwzaal.
mr. Claes de timmerman aanbesteed de vijf paar kruisvensters, vermoedelijk twee houten
kruisramen boven elkander in elk der vijf vensteropeningen in de raadkamer. Ofschoon
ik van deze kamer meerdere bijzonderheden zal mededeelen, zoo zij hier toch vermeld,
dat hare afwerking den 24en Januari 1448 zoover gevorderd was, dat zij met eene eerste
mis kon ingewijd worden.
De hoofdtoegang tot de zaal was uit het meentehuis en lag vermoedelijk in het
midden van den scheidingsmuur. De vloer bestond uit plavuizen, wellicht liggen deze thans
nog onder den houten vloer. De zoldering rust op zeven moerbalken met kinderbalken.
De moerbalken, voorzien van zonnen en manen, worden door balkdragers :) — in de 1
1) Eenige jaren geleden werden van deze veertien bassen afgietsels gemaakt ten behoeve van
het Rijksmuseum. Dank zij deze afgietsels konden er photographiën van vervaardigd worden, die de
Rijkscommissie voor de beschrijving der monumenten van Geschiedenis en Kunst zoo welwillend was
ter onzer beschikking te stellen.
254
Reeds in 1449 werd de steiger voor het raadhuis verwijderd, zoodat toen de Bentheimer
steenen gevels van raad- en wijnhuis in de Sassenstraat met hunne tinnen of kanteelen
ten volle uitkwamen. De binnengevels waren, afgaande op wat er nog van over is, in
baksteen opgetrokken. In dat raadhuis verdient de raadkamer, als de plaats, waarin eens
de magistraat het bestuur en de rechtspraak uitoefende en later de landschap hare zittingen
hield, alle aandacht. Een aandacht, wier waarde verhoogd wordt, omdat zij thans als trouwzaal
nog grootendeels haar oorspronkelijke gedaante heeft. Van haar lezen wij dat in 1447
mr. Berend de stadsmuurmeester de opdracht kreeg om haar te welven en te floeren,
waaronder vermoedelijk te verstaan is het in orde maken van den vloer. Intusschen had
mr. Herman van Colne te Keulen den schoorsteen van Drakenvelder steen geleverd, die
mr. Berend plaatste. Gelijken tred hield de verdere afwerking der kamer. Zoo werden aan
Twee bassen of balkdragers in de Trouwzaal.
mr. Claes de timmerman aanbesteed de vijf paar kruisvensters, vermoedelijk twee houten
kruisramen boven elkander in elk der vijf vensteropeningen in de raadkamer. Ofschoon
ik van deze kamer meerdere bijzonderheden zal mededeelen, zoo zij hier toch vermeld,
dat hare afwerking den 24en Januari 1448 zoover gevorderd was, dat zij met eene eerste
mis kon ingewijd worden.
De hoofdtoegang tot de zaal was uit het meentehuis en lag vermoedelijk in het
midden van den scheidingsmuur. De vloer bestond uit plavuizen, wellicht liggen deze thans
nog onder den houten vloer. De zoldering rust op zeven moerbalken met kinderbalken.
De moerbalken, voorzien van zonnen en manen, worden door balkdragers :) — in de 1
1) Eenige jaren geleden werden van deze veertien bassen afgietsels gemaakt ten behoeve van
het Rijksmuseum. Dank zij deze afgietsels konden er photographiën van vervaardigd worden, die de
Rijkscommissie voor de beschrijving der monumenten van Geschiedenis en Kunst zoo welwillend was
ter onzer beschikking te stellen.
254