de ontwikkeling van de Grieksche kunstnijverheid. De Egyptische voorwerpen moeten niet
zoozeer dienen om de verschillende phasen dezer
kunst te illustreeren, maar meer om te doen zien,
hoe nauw verwant van oorsprong de Grieksche
en Egyptische beschaving waren en tevens hoe
sterk die beide op elkanders ontwikkeling hebben
ingewerkt.” biet moet erkend worden, dat het
beoogde doel bereikt is; de verschillende tijd
perken der Grieksche kunstgeschiedenis zijn daar-
toe volledig genoeg in de collectie Scheurleer
vertegenwoordigd. Zoo is dan ook de »Historische
Inleiding”, waarmede de Catalogus begint, hier
geenszins misplaatst. In een 50-tal bladzijden
wordt hier, voor wie deze verzameling wenscht
te bestudeer en en uit haar wil leeren, in hoofd-
lijnen de geschiedkundige ontwikkelingsgang der
antieke kunst en kunstnijverheid geschetst; daarbij
heeft de schrijver door aan de behandeling van
het algemeene die van het bijzondere, dat de
eigen verzameling biedt, te verbinden het onper-
soonlijke, dat een kort overzicht van een historisch
studiegebied anders zoo licht krijgt, op de geluk-
kigste wijze weten te vermijden. De beschrijving
der voorwerpen zelve verdient allen lof: zij is
zakelijk, helder, volledig, sober en juist. Telkens worden wij op analoge stukken in andere
verzamelingen of in archaeologische publicaties opmerkzaam gemaakt. De vraag naar den
tijd en de landstreek, waartoe
elk voorwerp behoort, wordt
steeds gesteld en met omzichtig-
heid beantwoord. Van de 575
nummers, die de Catalogus telt,
vindt men er een aanzienlijk
aantal op 54 platen naar photo-
grapheën of overtrekteekeningen
uitstekend gereproduceerd. Eene
lijst van vindplaatsen en een
algemeen alphabetisch register
verhoogen de waarde van den
Catalogus voor wie er voor
Romeinsche zilveren beker gevonden te Castel bij Mainz. wetenschappelijke doeleinden
Beschilderde Grieksche vaas gevondei
te Kameiros (Phodos).
227
zoozeer dienen om de verschillende phasen dezer
kunst te illustreeren, maar meer om te doen zien,
hoe nauw verwant van oorsprong de Grieksche
en Egyptische beschaving waren en tevens hoe
sterk die beide op elkanders ontwikkeling hebben
ingewerkt.” biet moet erkend worden, dat het
beoogde doel bereikt is; de verschillende tijd
perken der Grieksche kunstgeschiedenis zijn daar-
toe volledig genoeg in de collectie Scheurleer
vertegenwoordigd. Zoo is dan ook de »Historische
Inleiding”, waarmede de Catalogus begint, hier
geenszins misplaatst. In een 50-tal bladzijden
wordt hier, voor wie deze verzameling wenscht
te bestudeer en en uit haar wil leeren, in hoofd-
lijnen de geschiedkundige ontwikkelingsgang der
antieke kunst en kunstnijverheid geschetst; daarbij
heeft de schrijver door aan de behandeling van
het algemeene die van het bijzondere, dat de
eigen verzameling biedt, te verbinden het onper-
soonlijke, dat een kort overzicht van een historisch
studiegebied anders zoo licht krijgt, op de geluk-
kigste wijze weten te vermijden. De beschrijving
der voorwerpen zelve verdient allen lof: zij is
zakelijk, helder, volledig, sober en juist. Telkens worden wij op analoge stukken in andere
verzamelingen of in archaeologische publicaties opmerkzaam gemaakt. De vraag naar den
tijd en de landstreek, waartoe
elk voorwerp behoort, wordt
steeds gesteld en met omzichtig-
heid beantwoord. Van de 575
nummers, die de Catalogus telt,
vindt men er een aanzienlijk
aantal op 54 platen naar photo-
grapheën of overtrekteekeningen
uitstekend gereproduceerd. Eene
lijst van vindplaatsen en een
algemeen alphabetisch register
verhoogen de waarde van den
Catalogus voor wie er voor
Romeinsche zilveren beker gevonden te Castel bij Mainz. wetenschappelijke doeleinden
Beschilderde Grieksche vaas gevondei
te Kameiros (Phodos).
227