Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 10.1917

DOI Heft:
[Nr. 2]
DOI Artikel:
Peters, C. H.: Oud - Groningen, [1]
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0074

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
dorp of gehucht, door een weg of vaart, door een eigen snik- of wagen-dienst met
de Stad was verbonden.

Versnippering in eenige kleine op elkaar naijverige steden, het ware voor het Gewest
geen voordeel geweest, integendeel.

In die ééne groote stad toch, vond het platteland, eene geestelijke strooming de
zijne aanvullend, daad kracht niet zelden de zijne prikkelend, en voorts de noodige
opleiding, vorming en plaatsing zoo noodig, voor zijn degelijkste zonen niet alleen, maar
bij voortduring ook voor de vele boerenzoons, welke, doordien het beklemrecht hier
grond-versnippering belette, in huns vadersbedrijf geen plaats vonden.

Voor hen, wien het stille, slijtend landleven te bezwarend of te drukkend werd,
was die Stad steeds een welkomme woonplaats, die tevens opnam en in verschillenden zin
een uitweg bood aan de plattelands-overbevolking. Ook de groote inpolderingen door
de Stad, vooral in de laatste jaren aan de Dollard tot stand gebracht, waardoor tal van

Afb. 15 en 16. De Martini-toren. Plan en doorsnede van den voet der eerste boven-verdieping.

hectaren vruchtbaar land werden gewonnen, kwamen zoowel haar als vooral het gewest
ten goede.

Op bouwkundig gebied ging zij, de stad, nadat de Cisterciënser kloosterlingen
tegen en in het begin der XlIIde eeuw de gewestelijke baksteen-bouw tot volle ontwikkeling
hadden gebracht en de gewelf-bouw meester waren geworden, nadien steeds vóór, in cle
XVIIde eeuw in de burgerlijke bouwkunst zelfs eene bizondere plaats innemend, eenig daar
in het noorden, evenals in de stad Emden zulks toen had in het aangrenzende Oost-Friesland,
met welk gewest Groningen eeuwen door in tal van betrekkingen stond.

En voor de Stad, was dat grootendeels vruchtbaar geweest, met zijn onaf hankelijke,
meerendeels welvarende bevolking, welke bij haar met al gemaak en met al hare behoeften
ter markt en ter inkoop kwam, was dat rondsomme gelegene achter, dat Omme-land,
eene voortdurende bron van inkomsten, waaraan tal van bedrijven haar bestaan en ont-
wikkeling dankten, eene bron tevens van nieuw bloed, nieuw leven, nieuwe krachten.

62
 
Annotationen