Niet meer tevreden was men nu met de hoogst eenvoudige woon-wijze en
woon-inrichting in het meerendeel der XVde eeuwsche huizen, slechts bestaande uit één
ruim en hoog vertrek gelijkstraats, voor een deel met eene tusschen-verdieping voorzien,
een vertrek, dat zoowel tot woon-, kook- en slaap-ruimte als tot werk- of bedrijfsplaats tevens
diende, terwijl de daarboven aanwezige lage verdiepingen, door eene open trap en
ophaalluiken in de zolders daarmede verbonden, voor berging der voorraden werden benut.
De tot welvaart gekomen kooplieden, zoowel als de enkele land-jonkers of borg-
heeren, welke zich met hun gezin in
de Stad met der woon begonnen te
vestigen, zij wenschen nu een geheel
en al ter bewoning ingericht huis,
met een van hun kunstzin getuigenden
voorgevel en smaakvol betimmerde
vertrekken, een huis, staande liefst op
den hoek eener straat aan een der
drie markt-pleinen of op dien eener
in eene hoofdstraat uitmondende zij-
straat, ten einde zij-licht te hebben,
iets van veel belang voor eene aan-
gename bewoning. Ofschoon het
meerendeel dier toen gebouwde
huizen, en dat wel de belangrijkste,
reeds voor lang zijn gesloopt of tot
onkenbaar wordens zijn veranderd in
winkel- of koffie-huizen, met steeds
grooter spiegelruiten, zijn er ge-
lukkig toch nog verschillende gevels
uit de eerste helft der XVIIde eeuw,
zij het dan ook geen enkele meer
geheel intakt overgebleven, welke niet
enkel getuigen van den goeden smaak
en van den kunst-zin van dien tijd,
maar tevens dat, evenals deze Stad
en dit Gewest tijdens de midden-eeuwen aan haar kerkelijke baksteen-bouw een
eigen karakter, eigen bouw-vormen wist te geven, zij ook nu bijna twee eeuwen later
den nieuwen stijl volgend, daarin iets bizonders, iets eigens, wist te leggen, dat men
alléén hier en in het aangrenzend Oost-Friesland aantreft, welks architectuur evenals voor-
heen met de Groninger in karakter en behandeling blijft overeenstemmen. Het meest en
het bijna onmiddelijk opvallende in de woonhuis-gevels der stad en in de gevels der
vroegere gewestelijke borgen is het groote aantal lange, smalle vensters op elke ver-
82
woon-inrichting in het meerendeel der XVde eeuwsche huizen, slechts bestaande uit één
ruim en hoog vertrek gelijkstraats, voor een deel met eene tusschen-verdieping voorzien,
een vertrek, dat zoowel tot woon-, kook- en slaap-ruimte als tot werk- of bedrijfsplaats tevens
diende, terwijl de daarboven aanwezige lage verdiepingen, door eene open trap en
ophaalluiken in de zolders daarmede verbonden, voor berging der voorraden werden benut.
De tot welvaart gekomen kooplieden, zoowel als de enkele land-jonkers of borg-
heeren, welke zich met hun gezin in
de Stad met der woon begonnen te
vestigen, zij wenschen nu een geheel
en al ter bewoning ingericht huis,
met een van hun kunstzin getuigenden
voorgevel en smaakvol betimmerde
vertrekken, een huis, staande liefst op
den hoek eener straat aan een der
drie markt-pleinen of op dien eener
in eene hoofdstraat uitmondende zij-
straat, ten einde zij-licht te hebben,
iets van veel belang voor eene aan-
gename bewoning. Ofschoon het
meerendeel dier toen gebouwde
huizen, en dat wel de belangrijkste,
reeds voor lang zijn gesloopt of tot
onkenbaar wordens zijn veranderd in
winkel- of koffie-huizen, met steeds
grooter spiegelruiten, zijn er ge-
lukkig toch nog verschillende gevels
uit de eerste helft der XVIIde eeuw,
zij het dan ook geen enkele meer
geheel intakt overgebleven, welke niet
enkel getuigen van den goeden smaak
en van den kunst-zin van dien tijd,
maar tevens dat, evenals deze Stad
en dit Gewest tijdens de midden-eeuwen aan haar kerkelijke baksteen-bouw een
eigen karakter, eigen bouw-vormen wist te geven, zij ook nu bijna twee eeuwen later
den nieuwen stijl volgend, daarin iets bizonders, iets eigens, wist te leggen, dat men
alléén hier en in het aangrenzend Oost-Friesland aantreft, welks architectuur evenals voor-
heen met de Groninger in karakter en behandeling blijft overeenstemmen. Het meest en
het bijna onmiddelijk opvallende in de woonhuis-gevels der stad en in de gevels der
vroegere gewestelijke borgen is het groote aantal lange, smalle vensters op elke ver-
82