Na dit vluchtig overzicht, waarin het steeds bedrijvig en vaak groot verleden dezer stad
voldoende uitkomt, verwijs ik hen die meerdere gegevens daaromtrent mochten wenschen naar
mijne studie Oud-Groningen. Ik zal nu de gegeven afbeeldingen nog kortelijk toelichten.
Afb. l. — De Historische Plattegrond der Stad
toont hare ontwikkeling in grondvorm en haar achtereenvolgenden uitleg.
De zwarte kern toont den aanleg der stad binnen hare oudste, de reeds in 1162
aanwezige ommuring, zooals deze op het regelmatigst was gewijzigd na den grooten
brand van 1227, welke blijkbaar hare geheele zuidelijke helft verwoestte.
De vroegere binnen-haven is reeds in een
marktplein, de Visch-markt, veranderd en bij den
gelijktijdigen eersten of westelijken uitleg B, over-
gebracht naar de buiten-gracht.
De tweede Parochie-kerk, die van sint Maarten,
is reeds gebouwd, en wel op den n. o. hoek van
het Breede Marktveld, kort bij en op het kerkhof
der aloude, der eerste parochiekerk, die van
Sint-Walburg.
De derde parochiekerk, die van Onze Lieve
Vrouw Ter A, staat reeds op het westelijk einde
van het nieuwe, het tweede markt-plein en het
Heilige Geest Gasthuis verkreeg bij den nieuwen
aanleg der stad in 1227, eene voor dien tijd buiten-
gewone afmeting.
Het gewezen keizerlijk praedium, dat, voor
zooveel het binnen de stad was gelegen, waar-
schijnlijk besloeg het noordelijke Stadsgedeelte,
c , ., i , , . Atb. 41. Gevel van A°. 1668, in de
vanat de Stoeldraaiers-straat tot aan de priester- Kijk-in ’t Jat-straat
woningen der sint Walburgs-kerk, dat landgoed
is reeds behalve het Prefecten-hof gelegen aan de Breede Markt benoord-westen der
Martini-kerk, grootendeels zoo niet geheel in klooster- en particulier bezit overgegaan.
De oude markthal tevens raadhuis, staat midden op het marktveld, den ouden
Brink, en de bewesten daarvan in stippellijnen aangegeven huisblokken en straten, toonen
aan, hoe dat marktveld, in verloop van tijd, aan die zijde is ingekort en bezet, terwijl
de op de hoeken der marktstraten gearceerde vierkantjes, de aldaar reeds in de XHIde
eeuw staande sfeen-husen of stinsen en straatvernauwingen aangeven.
Eerst in de tweede helft der XVde eeuw volgde de opname der bezuiden de
stad reeds voorlang gegroeide voorstad, binnen de daartoe uitgelegde ommuring en
omgrachting, de tweede uitleg C, waarbij de gewezen buiten-gracht wordt veranderd in
een hinnen-diep als scheepvaartverbinding.
89
voldoende uitkomt, verwijs ik hen die meerdere gegevens daaromtrent mochten wenschen naar
mijne studie Oud-Groningen. Ik zal nu de gegeven afbeeldingen nog kortelijk toelichten.
Afb. l. — De Historische Plattegrond der Stad
toont hare ontwikkeling in grondvorm en haar achtereenvolgenden uitleg.
De zwarte kern toont den aanleg der stad binnen hare oudste, de reeds in 1162
aanwezige ommuring, zooals deze op het regelmatigst was gewijzigd na den grooten
brand van 1227, welke blijkbaar hare geheele zuidelijke helft verwoestte.
De vroegere binnen-haven is reeds in een
marktplein, de Visch-markt, veranderd en bij den
gelijktijdigen eersten of westelijken uitleg B, over-
gebracht naar de buiten-gracht.
De tweede Parochie-kerk, die van sint Maarten,
is reeds gebouwd, en wel op den n. o. hoek van
het Breede Marktveld, kort bij en op het kerkhof
der aloude, der eerste parochiekerk, die van
Sint-Walburg.
De derde parochiekerk, die van Onze Lieve
Vrouw Ter A, staat reeds op het westelijk einde
van het nieuwe, het tweede markt-plein en het
Heilige Geest Gasthuis verkreeg bij den nieuwen
aanleg der stad in 1227, eene voor dien tijd buiten-
gewone afmeting.
Het gewezen keizerlijk praedium, dat, voor
zooveel het binnen de stad was gelegen, waar-
schijnlijk besloeg het noordelijke Stadsgedeelte,
c , ., i , , . Atb. 41. Gevel van A°. 1668, in de
vanat de Stoeldraaiers-straat tot aan de priester- Kijk-in ’t Jat-straat
woningen der sint Walburgs-kerk, dat landgoed
is reeds behalve het Prefecten-hof gelegen aan de Breede Markt benoord-westen der
Martini-kerk, grootendeels zoo niet geheel in klooster- en particulier bezit overgegaan.
De oude markthal tevens raadhuis, staat midden op het marktveld, den ouden
Brink, en de bewesten daarvan in stippellijnen aangegeven huisblokken en straten, toonen
aan, hoe dat marktveld, in verloop van tijd, aan die zijde is ingekort en bezet, terwijl
de op de hoeken der marktstraten gearceerde vierkantjes, de aldaar reeds in de XHIde
eeuw staande sfeen-husen of stinsen en straatvernauwingen aangeven.
Eerst in de tweede helft der XVde eeuw volgde de opname der bezuiden de
stad reeds voorlang gegroeide voorstad, binnen de daartoe uitgelegde ommuring en
omgrachting, de tweede uitleg C, waarbij de gewezen buiten-gracht wordt veranderd in
een hinnen-diep als scheepvaartverbinding.
89