Op het daarvan hier afgebeelde gedeelte, afb. 30 zien wij op den n. o. hoek der »Brede
Merct” op het getrouwst voorgesteld de sint Maartens kerk met toren, het daarvóór staande
oude Recht-Huis met zijn kaak en houten peerd, het Raedt-Huys met Plein er neven, de Butter
Merct, waarop een zestal banken, de vier markt-pompen, de Gulden-straat ter lengte van
7 huizen, en ook, wat er van de vroegere stinsen, die op den hoek der Gelkinge-, der
Ebbinge- en der Botteringe-straat nog restte, hun bijna blinde zijgevels en hun hoogte.
De gevels van de huizen-rei staande aan de oostzijde der markt, komen elk voor
zich, scherp uit, (zie afb. 32) en mede die van de huizen in het begin der Ebbinge-
en der Gelkinge-straat, alsook die van de huizen aan de oostzijde der Gulden- en der
Heer-straat, enz.; duidelijk spreken daarin de vele XVde eeuwsche baksteenen topgevels
met hun pinakels, in karakter geheel overeenstemmende met die van het Oude Raad-
en Wijn-huis, waarin het smalle, lange, typische Groninger venster voorkomt met het al
en niet overboogde kruisvenster.
Op afb. 31, genomen naar eene teekening van C. Pronk van omstreeks 1750,
zijn alle verhoudingen veel minder juist, en de details minder correct. Het Raad- en
Wijn-huis en de zijgevel van het Provincie Collect-Huys met zijn galerij, zijn daarop veel te
groot voorgesteld evenals het oude Rechthuis ten opzichte van de huizen aan die zijde der
markt, de waag is echter met opzet weggelaten om het eigenaardige van de verschillende
huizen staande aan de noordzijde der markt ten vollen te doen uitkomen.
Afb. 23 en 24. — De oude baksteenen gevel in de Brug straat.
De gevel van het huis nu tot pakhuis New-York dienend is vrijwel de eenigste nog
bestaande middeneeuwsche gevel van de vele, die volgens de caerte van Haubois in 1643
nog in de hoofdstraten en aan de beide marktpleinen der oude stad stonden. Dit huis
is breed 8.75 bij 17.35 M. diepte, heeft één kelder, nu vier verdiepingen, een zolder en
vliering, de voorgevel is zwaar 1 M., de zijgevels 0.64; in den westelijken zijgevel
staande aan den open gang naar het achtererf, waren een 40 jaren geleden nog aanwezig
enkel kruisvensters met gemetselden midden-stijl en getoogd kalf, als op de restauratie-
schets van den voorgevel (afb. 24) zijn aangegeven.
Afb. 25, 27, 28 en 32. — Verdwenen woonhuisgevels.
Honderde eigenaardige, meer of minder merkwaardige gevels van vroegeren, vooral
middeneeuwschen tijd, zijn er in deze stad spoorloos verdwenen, omdat men het onnoodig
achtte, daarvan vóór hunne slooping ook maar eene schets te maken en deze te bewaren;
uit het groote plan in vogelvlucht der stad blijkt echter afdoende hun bestaan en betee-
kenis, doch ze zijn daarop zóó klein, dat het vergrootglas noodig is, om ze te kunnen
waardeeren. Bij toeval echter is van een viertal huizen, staande aan de oostzijde der
Oude-Boteringestraat, vóór hunne verdwijning door den schilder H. Collenius, tusschen
1706—1712 in Groningen werkende, eene schets gemaakt, en deze zelfs uitgewerkt voor
100
Merct” op het getrouwst voorgesteld de sint Maartens kerk met toren, het daarvóór staande
oude Recht-Huis met zijn kaak en houten peerd, het Raedt-Huys met Plein er neven, de Butter
Merct, waarop een zestal banken, de vier markt-pompen, de Gulden-straat ter lengte van
7 huizen, en ook, wat er van de vroegere stinsen, die op den hoek der Gelkinge-, der
Ebbinge- en der Botteringe-straat nog restte, hun bijna blinde zijgevels en hun hoogte.
De gevels van de huizen-rei staande aan de oostzijde der markt, komen elk voor
zich, scherp uit, (zie afb. 32) en mede die van de huizen in het begin der Ebbinge-
en der Gelkinge-straat, alsook die van de huizen aan de oostzijde der Gulden- en der
Heer-straat, enz.; duidelijk spreken daarin de vele XVde eeuwsche baksteenen topgevels
met hun pinakels, in karakter geheel overeenstemmende met die van het Oude Raad-
en Wijn-huis, waarin het smalle, lange, typische Groninger venster voorkomt met het al
en niet overboogde kruisvenster.
Op afb. 31, genomen naar eene teekening van C. Pronk van omstreeks 1750,
zijn alle verhoudingen veel minder juist, en de details minder correct. Het Raad- en
Wijn-huis en de zijgevel van het Provincie Collect-Huys met zijn galerij, zijn daarop veel te
groot voorgesteld evenals het oude Rechthuis ten opzichte van de huizen aan die zijde der
markt, de waag is echter met opzet weggelaten om het eigenaardige van de verschillende
huizen staande aan de noordzijde der markt ten vollen te doen uitkomen.
Afb. 23 en 24. — De oude baksteenen gevel in de Brug straat.
De gevel van het huis nu tot pakhuis New-York dienend is vrijwel de eenigste nog
bestaande middeneeuwsche gevel van de vele, die volgens de caerte van Haubois in 1643
nog in de hoofdstraten en aan de beide marktpleinen der oude stad stonden. Dit huis
is breed 8.75 bij 17.35 M. diepte, heeft één kelder, nu vier verdiepingen, een zolder en
vliering, de voorgevel is zwaar 1 M., de zijgevels 0.64; in den westelijken zijgevel
staande aan den open gang naar het achtererf, waren een 40 jaren geleden nog aanwezig
enkel kruisvensters met gemetselden midden-stijl en getoogd kalf, als op de restauratie-
schets van den voorgevel (afb. 24) zijn aangegeven.
Afb. 25, 27, 28 en 32. — Verdwenen woonhuisgevels.
Honderde eigenaardige, meer of minder merkwaardige gevels van vroegeren, vooral
middeneeuwschen tijd, zijn er in deze stad spoorloos verdwenen, omdat men het onnoodig
achtte, daarvan vóór hunne slooping ook maar eene schets te maken en deze te bewaren;
uit het groote plan in vogelvlucht der stad blijkt echter afdoende hun bestaan en betee-
kenis, doch ze zijn daarop zóó klein, dat het vergrootglas noodig is, om ze te kunnen
waardeeren. Bij toeval echter is van een viertal huizen, staande aan de oostzijde der
Oude-Boteringestraat, vóór hunne verdwijning door den schilder H. Collenius, tusschen
1706—1712 in Groningen werkende, eene schets gemaakt, en deze zelfs uitgewerkt voor
100