DOI Heft:
[Nr. 3]
DOI Artikel:Six, E. W. C.: Willem Daniëlsz van Tetrode, [1]
DOI Artikel:Korte mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0150
Schelluinen. — Het kerkbestuur der gemeente Schelluinen is voornemens de pastorie,
het voormalige kasteel Schelluinenburg, te restaureeren. Het heeft zich tot het verkrijgen
eener subsidie gewend tot de Regeering en tot de Provincie, welke beide lichamen het
verleenen eener subsidie ter zijner tijd willen bevorderen.
Aan het tot stand komen der restauratie ligt niets meer in den weg, zoodat
gehoopt mag worden, dat binnen kort met de restauratie zal worden aangevangen.
Ad. M.
Zierikzee. — Naar wij vernemen heeft het bom-ongeval te Zierikzee geen schade
aangericht onder de uit bouwkundig oogpunt belangrijke gebouwen. Voor die schade
zorgen de inwoners zelf.
Door den eigenaar van het huis aan het Kraanplein te Zierikzee, den Heer
J. A. Legemout, is het aardige 17de-eeuwsche poortje aan het Groenendaal D 471 aldaar
verkocht aan den Heer R. H. van Schayk te Rotterdam ten behoeve van diens nieuw
gebouwd jachthuis onder Haamstede. De bescheiden koopsom van ƒ 400.— gold voor
den niet onbemiddelden verkooper blijkbaar meer dan de belangstelling voor de plaats
zijner inwoning, welke door dezen verkoop weder een bescheiden doch sierlijk stukje
oude bouwkunst verliest.
Eene goede afbeelding van het poortje vindt men in Buiten van 19 Mei 1.1., bl. 236.
Zutfen. — Een vijftal hotelhouders te Zutfen, de heeren Binnendijk, van Berkel,
Haagen, van Eede en Klerk, hebben zich met een adres tot den gemeenteraad gericht,
waarbij zij verklaren herhaaldelijk klachten van logeergasten over de nachtelijke muziek
van het carillon op den Wijnhuistoren te krijgen. Zij wijzen op Amsterdam, Arnhem
en Leeuwarden, waar het klokkenspel ’s nachts stop gezet wordt, en verzoeken, dat de
gemeenteraad van Zutfen voor den tijd tusschen 10 uur ’s avonds en 6 uur ’s morgens
een zelfde maatregel voorschrijve.
Wij gunnen den Zutfenschen logé’s en daarmede den hotelhouders hun rust,
maar betreuren toch het verloren gaan van een element van stemming in het avondlijke
Zutfen. Hoe lang zal het poortersklokje het nog uitzingen? Is er nog geen beweging
onder de Zutfensche dienstboden merkbaar, tegen deze herinnering aan de 19de-eeuwsche
slavernij met haar »om tien uur binnen”?
□ □ □
dgd
138
het voormalige kasteel Schelluinenburg, te restaureeren. Het heeft zich tot het verkrijgen
eener subsidie gewend tot de Regeering en tot de Provincie, welke beide lichamen het
verleenen eener subsidie ter zijner tijd willen bevorderen.
Aan het tot stand komen der restauratie ligt niets meer in den weg, zoodat
gehoopt mag worden, dat binnen kort met de restauratie zal worden aangevangen.
Ad. M.
Zierikzee. — Naar wij vernemen heeft het bom-ongeval te Zierikzee geen schade
aangericht onder de uit bouwkundig oogpunt belangrijke gebouwen. Voor die schade
zorgen de inwoners zelf.
Door den eigenaar van het huis aan het Kraanplein te Zierikzee, den Heer
J. A. Legemout, is het aardige 17de-eeuwsche poortje aan het Groenendaal D 471 aldaar
verkocht aan den Heer R. H. van Schayk te Rotterdam ten behoeve van diens nieuw
gebouwd jachthuis onder Haamstede. De bescheiden koopsom van ƒ 400.— gold voor
den niet onbemiddelden verkooper blijkbaar meer dan de belangstelling voor de plaats
zijner inwoning, welke door dezen verkoop weder een bescheiden doch sierlijk stukje
oude bouwkunst verliest.
Eene goede afbeelding van het poortje vindt men in Buiten van 19 Mei 1.1., bl. 236.
Zutfen. — Een vijftal hotelhouders te Zutfen, de heeren Binnendijk, van Berkel,
Haagen, van Eede en Klerk, hebben zich met een adres tot den gemeenteraad gericht,
waarbij zij verklaren herhaaldelijk klachten van logeergasten over de nachtelijke muziek
van het carillon op den Wijnhuistoren te krijgen. Zij wijzen op Amsterdam, Arnhem
en Leeuwarden, waar het klokkenspel ’s nachts stop gezet wordt, en verzoeken, dat de
gemeenteraad van Zutfen voor den tijd tusschen 10 uur ’s avonds en 6 uur ’s morgens
een zelfde maatregel voorschrijve.
Wij gunnen den Zutfenschen logé’s en daarmede den hotelhouders hun rust,
maar betreuren toch het verloren gaan van een element van stemming in het avondlijke
Zutfen. Hoe lang zal het poortersklokje het nog uitzingen? Is er nog geen beweging
onder de Zutfensche dienstboden merkbaar, tegen deze herinnering aan de 19de-eeuwsche
slavernij met haar »om tien uur binnen”?
□ □ □
dgd
138