Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 10.1917

DOI Heft:
[Nr. 4]
DOI Artikel:
Peters, C. H.: Oud - Groningerland, [2]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0152

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Men zoeke daarin echter niet enkele onzer grootste, monumentaalste, onzer op
’t rijkst uitgevoerde kerken, kloosters, torens en borgen, — die zijn en waren er niet,
behoudens twee uitzonderingen: de sedert drie eeuwen reeds verdwenen abdij van Aduard
en de nog bestaande Martini-toren in de Stad.

De Provincie was en is te veel versnipperd in tal van kleine, bijeengelegen
dorpjes, elk met zijn eigen kerkje, en had oudtijds te veel kloosters, om, gevoegd bij

den altijd durenden strijd
met de zee, die van het
daarlangs gelegen gewestelijk
gedeelte vaak alle krachten
eischte, aan kerk en klooster
veel meer dan het bepaald
noodige te kunnen geven.

En in het minder vrucht-
baar gedeelte, in Westerwolde,
bezuiden den Dollard, en in
het Wester-kwartier, bezuiden
de Lauwers, was de grond
zoo schraal, dat daar slechts
enkele dorpjes tot eenige ont-
wikkeling kwamen, en men
er blij was zijn dagelijksch
brood te hebben; voor kunst-
volle gebouwen schoot daar
volstrekt niets over.

En in de Stad, de eenigste
in geheelde Provincie,deelend
altijd in de rampspoeden en
in de nooden harer Omme-
landen, was en bleef men bij
voortduring wel wat heel
zakelijk en praktisch aan-
gelegd, en te nuchter op
kunstgebied, om bizonder

prijs te stellen op vertoon van rijkdom, door het gebruik van kostbare materialen en
versiering met beelden en beeldhouwwerk; ’t moest goed, ’t moest degelijk zijn en
karakter hebben, maar voor het buitengewone had men weinig over.

Een enkelen keer slechts, bij den bouw van haar sint Meertens-toren, ging ze over
de schreef, zich zelve gesteld. Dat is haar monumentaalst stuk werk, eenig in zijn
statigen eenvoud, en bij den bouw van haar vierde Raadhuis, op het einde der XVIIlde



.

m wmm

——»--

Afb.

2. Dichtgemetselde ingang in den noordelijken gevel van
het gewezen kloosterkerkje te Rottum.

140
 
Annotationen