Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 10.1917

DOI Heft:
[Nr. 4]
DOI Artikel:
Peters, C. H.: Oud - Groningerland, [2]
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0165

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
of ’t open dak-koepeltje, veel vrij staande torens, vaak bij wijze van steen-klomp gedekt
met een huis-dak en verder den bewesten tegen de kerk aangebouwden toren, en dan
meestal tot hoofd-ingangzijde dienend, soms met uitgebouwde wenteltrap of met eene boven-
kapel, en boven van vier- op achtkant overgaande en gedekt met slanke naaldspits of wel
met een achtzijdigen steenen helm zich met
behulp van vier topgevels uit den vierzijdigen
boven-bouw ontwikkelend, zooals le Onst-
wedde en te Schildwolde.

De ontwikkeling van het kerk-vensfer
is mede hier nog duidelijk kenbaar, van af
de ter weerszijden, zoo buiten als binnen,
afgeschuinde licht-spleet, het smalle halfrond-
gesloten, met kraal-lijst omsloten Xlllde-
eeuwsche venster, eerst slechts 1 voet breed,
daarop IV2, eindelijk 2 voet het allengs breeder
wordende en spitsbogig gesloten en met
profielsteen omlijste venster der XlVde eeuw,
tot het XVde eeuwsche, in eene zandsteen-
omlijsting gevatte venster van 2.50 M. dag-
breedte bij 8 M. hoogte in den zuidgevel van
de kerk te Bedum, waarvan de sluitsteenen
van den spitsboog om den anderen uitspringen
en met een hogel zijn versierd.

Ook de ontwikkeling van den kerk- en
toren-ingang is hier nog in hoofdzaak te volgen,
van af den lagen, halt rond gesloten, diep
terugliggenden, als die te Haren en te Stedum,
enz. tot den lateren, den hoogeren, spitsbogig
gesloten, met bovenlicht voorziene, als die te
Husinghe, te Middelstum, enz., tot den rijker
behandelden, als die te Bedum en te Loppersum,
terwijl de meest monumentale en eenvoudigste
hoofd-ingang van alle onze Nederlandsche
kerken voorheen was, die van de Martini-
kerk door den Martini-toren te Groningen.

Zoo ligt de beteekenis dezer provincie op architectonisch gebied eerstens daarin,
dat zij ons duidelijker en vollediger dan eenige andere, de ontwikkeling van den gewelf-
bouw en dien onzer dorps-kerken toont, tweedens, dat men hier, zoo al niet vroeger
dan elders, dan toch met meer ernst, met meer zorg, zich heeft toegelegd op het gebruik
van bouw-materiaal van eigen bodem, op den baksteen-bouw, en daarin daardoor reeds

Afb. 13. Eiken stijl in de kerk te
Winschoten.

153
 
Annotationen