toegepast aan en in de verschillende gebouwen der beroemde Cistercienser-abdij te
Aduard, langen tijd de voornaamste abdij in ’t Noord-Oosten van ons land. Ongelukkiger-
wijze is echter van al die gebouwen, in het leven der abten kortelijk vermeld en van de
groote abdij-kerk zelve, door Ubbo Emmius, in ’t laatst der XVIde eeuw, op ’t vluchtigst
even beschreven, niets overgebleven dan slechts een gebouw ter lengte van 39.00 M.
bij 11.50 M. breedte, dat destijds van binnen gedekt met een spitsbogig houten gewelf,
waarschijnlijk tot zieken-huis heeft ge-
diend, en bij de klooster-slooping
gespaard bleef om te worden ingericht,
deels tot Protestantsche kerk, deels tot
school en schoolmeesters-woning. In
dat gebouw nu, zijn, eerst op de boven
de schoolruimte aangebrachte zol-
dering en sedert 1916 ook achter
het gestucadoorde gewelf der kerk,
in de ongekalkte gehouden zijmuren
de spitsbogige koppen der vensters en
nissen teruggevonden, waarmede deze
om den ander bezet waren, zie afb. 5.
De nissen zijn gevuld met verschillend
vlechtwerk van baksteen, terwijl onder
de geprofileerde rollaag, waarop voor-
heen het houten gewelf rustte, tusschen
de dekbogen der vensters en nissen
verschillende rozet- en andere nisjes
zijn aangebracht. Enkele dier rozetten,
groot 0.70 M. in diameter, zijn bezet
met helder groen geglazuurde relief-
tegels, groot 18 c.M. in ’t vierkant,
(zie afb. 4) met twee elkaar kruisende,
al dan niet getorste kralen, alles even
kunst-als zorgvol bewerkt. Waar een Alb 14. De kerk te Westerwijtwert, gezien van uit het koor.
betrekkelijk ondergeschikt gebouw
aldus behandeld is, daar mag men gerust aannemen, dat in het koor der kerk, in
de kapittel- en schrijf-zaal, in de abts-kapel en abts-zaal indertijd nog rijker behandelde
gebakken siersteen en tevens een keur van wand- en vloer-tegels, misschien wel tafreelen
in tegelwerk was toegepast. Trouwens in het refugium dier abdij in de stad Groningen,
het latere Academisch Ziekenhuis, heeft men bij de slooping in den grond nog vier-
kante hard gebakken geglazuurde steenen gevonden met groote reliefletter op de voor-
zijde, terwijl het Groninger Museum twee prachtig geschilderde veelkleurige geglazuurde
10
155
Aduard, langen tijd de voornaamste abdij in ’t Noord-Oosten van ons land. Ongelukkiger-
wijze is echter van al die gebouwen, in het leven der abten kortelijk vermeld en van de
groote abdij-kerk zelve, door Ubbo Emmius, in ’t laatst der XVIde eeuw, op ’t vluchtigst
even beschreven, niets overgebleven dan slechts een gebouw ter lengte van 39.00 M.
bij 11.50 M. breedte, dat destijds van binnen gedekt met een spitsbogig houten gewelf,
waarschijnlijk tot zieken-huis heeft ge-
diend, en bij de klooster-slooping
gespaard bleef om te worden ingericht,
deels tot Protestantsche kerk, deels tot
school en schoolmeesters-woning. In
dat gebouw nu, zijn, eerst op de boven
de schoolruimte aangebrachte zol-
dering en sedert 1916 ook achter
het gestucadoorde gewelf der kerk,
in de ongekalkte gehouden zijmuren
de spitsbogige koppen der vensters en
nissen teruggevonden, waarmede deze
om den ander bezet waren, zie afb. 5.
De nissen zijn gevuld met verschillend
vlechtwerk van baksteen, terwijl onder
de geprofileerde rollaag, waarop voor-
heen het houten gewelf rustte, tusschen
de dekbogen der vensters en nissen
verschillende rozet- en andere nisjes
zijn aangebracht. Enkele dier rozetten,
groot 0.70 M. in diameter, zijn bezet
met helder groen geglazuurde relief-
tegels, groot 18 c.M. in ’t vierkant,
(zie afb. 4) met twee elkaar kruisende,
al dan niet getorste kralen, alles even
kunst-als zorgvol bewerkt. Waar een Alb 14. De kerk te Westerwijtwert, gezien van uit het koor.
betrekkelijk ondergeschikt gebouw
aldus behandeld is, daar mag men gerust aannemen, dat in het koor der kerk, in
de kapittel- en schrijf-zaal, in de abts-kapel en abts-zaal indertijd nog rijker behandelde
gebakken siersteen en tevens een keur van wand- en vloer-tegels, misschien wel tafreelen
in tegelwerk was toegepast. Trouwens in het refugium dier abdij in de stad Groningen,
het latere Academisch Ziekenhuis, heeft men bij de slooping in den grond nog vier-
kante hard gebakken geglazuurde steenen gevonden met groote reliefletter op de voor-
zijde, terwijl het Groninger Museum twee prachtig geschilderde veelkleurige geglazuurde
10
155