in dit Gewest, van dit bijna onvergankelijk materiaal van eigen bodem, de baksteen,
wist te maken, niet enkel voor het gewone muur- en gewelf-werk, voor vloer en dak-
bedekking voor nis- en muur-bekleeding, maar vooral voor eene organische behandeling
en eene smaakvolle versiering van
alle sprekende gedeelten, zoo uit- als
inwendig. Ware daarvan helaas niet
zóóveel, en dat nog wel juist het
beste, het merkwaardigste gesloopt,
te weten alle kloosters op één na,
en daaronder de abdijen van Aduard
en van Wittewierum, en bijna alles
van de oude sint-Maartens- en van
de oude Onze Lieve Vrouwe-kerk in
de stad, dan zou ik het hier in dien
baksteen-bouw toen bereikte nu nog
veel sprekender en opvallender kunnen
bewijzen. En het gebruik van de
baksteen bepaalde zich hier niet toen
tot het gebouw alléén, ook de sacra-
ments-huisjes, de oxalen soms, de
preekstoelen zelfs, en misschien wel
de altaren ten deele, werden niet
zelden daarvan gemaakt, getuige het
weinige daarvan nog aanwezige.
De beteekenis dezer Provincie
op Architectonisch kunstgebied ligt,
zei ik, derdens daarin, dat zij door
en in haar gewelf- en haar baksteen-
bouw, en bij dezen en bij haar eigen
dorps-kerktypen minstens drie eeuwen
aaneen blijvend, daarin allengs iets
bizonders, een eigen karakter, een
eigen cachet wist te leggen, dat wij,
behalve in Oost-friesland, nergens
Afb. 17. Het koor in de kerk te Termunten. , . ,
anders ten onzent terugvinden. De
kerken en kloosters van de Xlde tot
de XVde eeuw hier gebouwd, zij vormen, evenals de borgen en de woonhuis-gevels
van de XVIde en XVIIde eeuw, eene aaneengesloten, eene eigen groep, wijzend,
evenals het meerendeel der overige bouwwerken alhier, op het bijna voortdurend bestaan
158
wist te maken, niet enkel voor het gewone muur- en gewelf-werk, voor vloer en dak-
bedekking voor nis- en muur-bekleeding, maar vooral voor eene organische behandeling
en eene smaakvolle versiering van
alle sprekende gedeelten, zoo uit- als
inwendig. Ware daarvan helaas niet
zóóveel, en dat nog wel juist het
beste, het merkwaardigste gesloopt,
te weten alle kloosters op één na,
en daaronder de abdijen van Aduard
en van Wittewierum, en bijna alles
van de oude sint-Maartens- en van
de oude Onze Lieve Vrouwe-kerk in
de stad, dan zou ik het hier in dien
baksteen-bouw toen bereikte nu nog
veel sprekender en opvallender kunnen
bewijzen. En het gebruik van de
baksteen bepaalde zich hier niet toen
tot het gebouw alléén, ook de sacra-
ments-huisjes, de oxalen soms, de
preekstoelen zelfs, en misschien wel
de altaren ten deele, werden niet
zelden daarvan gemaakt, getuige het
weinige daarvan nog aanwezige.
De beteekenis dezer Provincie
op Architectonisch kunstgebied ligt,
zei ik, derdens daarin, dat zij door
en in haar gewelf- en haar baksteen-
bouw, en bij dezen en bij haar eigen
dorps-kerktypen minstens drie eeuwen
aaneen blijvend, daarin allengs iets
bizonders, een eigen karakter, een
eigen cachet wist te leggen, dat wij,
behalve in Oost-friesland, nergens
Afb. 17. Het koor in de kerk te Termunten. , . ,
anders ten onzent terugvinden. De
kerken en kloosters van de Xlde tot
de XVde eeuw hier gebouwd, zij vormen, evenals de borgen en de woonhuis-gevels
van de XVIde en XVIIde eeuw, eene aaneengesloten, eene eigen groep, wijzend,
evenals het meerendeel der overige bouwwerken alhier, op het bijna voortdurend bestaan
158