Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 10.1917)

gescheurd en op sommige plaatsen van 0.14 tot 0.28 uit het lood; het oude orgel was in
1868 verwisseld tegen een nieuw in quasi gothieken stijl, en de koperen kronen dat
jaar verkocht aan de kerk te Tzum voor f200, en door ijzeren gaskronen vervangen.
In het koor was ter volle breedte eene groote galerij met trap aangebracht, waarvan de
vóórbalk rustte op vier hoogst typisch en smaakvol gebeitelde eiken lijsten of stand-
vinken, hoog 2.10 M. onder zwaar 0.20 bij 0.28 M., (zie afb. 13), geplaatst op geprofileerde
steenen basementen-posten, toen naar het Groninger Museum verhuisd.

Afb. 14 — De kerk te Westerwijtwert.

Tot de nu arm eenvoudige, overwelfde, recht gesloten baksteen-kerkjes, behoort

Afb. 34. Plattegrond, enz. van den borg Dijksterhuis te Pieterburen.

dat te Westerwijtwert, van binnen breed 7.10 M., lang 22.20 M. en hoog tot in de
gewelfkruin 9.75 M, door ietwat spitse ongeprofileerde gordel-bogen verdeeld in vier
gewelf-velden, voorheen alle gedekt met acht-gratige koepel-gewelven, waarvan alleen
die van de twee midden-traveés nog aanwezig zijn. Tegen en deels in den westgevel is
aangebouwd een vierkante toren, van 6.70 M. zijde, die in 1834 is ingekort gedekt met en
een vierzijdige spits met blauwe pannen. Houten trek-balken ter verankering aangebracht,
storen het doorzicht, en groote vensters hebben de vroegere, de kleine halfrond gesloten
venstertjes van + 50 cM. dagbreedte bij 2 M. hoogte vervangen, waarvan echter in den
noordelijken zijmuur nog één, binnen en buiten omkraald, bewaard is gebleven. De
gewelf-velden zijn grootendeels in vischgraat-verband gemetseld, de voet der gordel-bogen

177