ten deele weggekapt, en het deurtje in den noordmuur met zijn klein beeldnisje in
den door een spitsboog omsloten tympan dagteekent blijkbaar uit de XVde eeuw. In
dit kerkje vond ik in 1880 eene goed gesmeed ijzeren doopbekken-stander, een paar
elegant gesmeede ijzeren XVde eeuwsche deurhengsels en een eiken bordje, in renaissance
cartel-vorm, ter ophanging van het fluweelen kerke-zakje.
Afb. 15—17 — De kerk te Termunten.
Het was in het jaar 1258, dat Eppo, de zesde abt van Aduard het Grijze-
monnikenklooster alhier stichtte. In welk jaar dier eeuw echter de kerk gebouwd is,
blijkt nergens. Tijdens de Spaansche onlusten, omstreeks A° 1568 verbrandde dit klooster,
waarop zijn bewoners de wijk namen
naar Aduard. Het verlaten klooster
werd toen langzamerhand gesloopt
behalve de kruis-kerk, waarvan thans
nog enkel het koor- en het midden-
kruisvak over zijn. Het schip en de
dwars-schipsvleugels zijn verdwenen
en hun vroegere boogopeningen zijn
dichtgemetseld. Het recht gesloten
koorvak, breed 8.50 M., diep 8.75 M.,
nu gedekt met een houten koepel-
gewelf, mist zijn meloenvormig acht-
gratig steenen koepelgewelf op de
doorsneden aangegeven, zooals het
kruis-vak ze gelukkig nog bezit. Op
het spelendst is blijkens de afbeelding,
zoo uit- als inwendig al het ziende
muurwerk van het koor geleed en
versierd, en, hetgeen in den Groninger
kerken-bouw op die wijze vrij zeldzaam is, hier zijn de drie spitsbogige vensters in elk
der koor-gevels tot eene groep vereenigd, het middelste breed 1.10, hoog 4.15 M., elk der
beide nevenstaande, breed 0.75 hoog 3.35 M., in stand en hoogte het beloop van den
ietwat spitsen muurboog volgend, waarop het koepel-gewelf aan die zijden rust. Van
buiten zitten die vensters in spitsbogige nissen, deels door pilasters, deels door colonetten
eerst op + 1 M. boven het kerkhof, aanvangend op sierlijke kraagstukken van gebakken
glazuur-steen, toonen iets wat in de Cistercienser-architectuur meermalen, maar in de
Groningen nergens anders meer voorkomt.
Onder de vensters vinden wij ook hier weder de kleine rozet-vensters en rozet-nissen,
zooals in de kerken te Eexta, in de Sint-Maarten van Groningen, in die van Winschoten,
Zuidbroek, enz. Een omgaand boog-fries sluit de zijgevels van boven af, doorloopend
Afh. 35.
178
den door een spitsboog omsloten tympan dagteekent blijkbaar uit de XVde eeuw. In
dit kerkje vond ik in 1880 eene goed gesmeed ijzeren doopbekken-stander, een paar
elegant gesmeede ijzeren XVde eeuwsche deurhengsels en een eiken bordje, in renaissance
cartel-vorm, ter ophanging van het fluweelen kerke-zakje.
Afb. 15—17 — De kerk te Termunten.
Het was in het jaar 1258, dat Eppo, de zesde abt van Aduard het Grijze-
monnikenklooster alhier stichtte. In welk jaar dier eeuw echter de kerk gebouwd is,
blijkt nergens. Tijdens de Spaansche onlusten, omstreeks A° 1568 verbrandde dit klooster,
waarop zijn bewoners de wijk namen
naar Aduard. Het verlaten klooster
werd toen langzamerhand gesloopt
behalve de kruis-kerk, waarvan thans
nog enkel het koor- en het midden-
kruisvak over zijn. Het schip en de
dwars-schipsvleugels zijn verdwenen
en hun vroegere boogopeningen zijn
dichtgemetseld. Het recht gesloten
koorvak, breed 8.50 M., diep 8.75 M.,
nu gedekt met een houten koepel-
gewelf, mist zijn meloenvormig acht-
gratig steenen koepelgewelf op de
doorsneden aangegeven, zooals het
kruis-vak ze gelukkig nog bezit. Op
het spelendst is blijkens de afbeelding,
zoo uit- als inwendig al het ziende
muurwerk van het koor geleed en
versierd, en, hetgeen in den Groninger
kerken-bouw op die wijze vrij zeldzaam is, hier zijn de drie spitsbogige vensters in elk
der koor-gevels tot eene groep vereenigd, het middelste breed 1.10, hoog 4.15 M., elk der
beide nevenstaande, breed 0.75 hoog 3.35 M., in stand en hoogte het beloop van den
ietwat spitsen muurboog volgend, waarop het koepel-gewelf aan die zijden rust. Van
buiten zitten die vensters in spitsbogige nissen, deels door pilasters, deels door colonetten
eerst op + 1 M. boven het kerkhof, aanvangend op sierlijke kraagstukken van gebakken
glazuur-steen, toonen iets wat in de Cistercienser-architectuur meermalen, maar in de
Groningen nergens anders meer voorkomt.
Onder de vensters vinden wij ook hier weder de kleine rozet-vensters en rozet-nissen,
zooals in de kerken te Eexta, in de Sint-Maarten van Groningen, in die van Winschoten,
Zuidbroek, enz. Een omgaand boog-fries sluit de zijgevels van boven af, doorloopend
Afh. 35.
178