DOI issue:
[Nr. 4]
DOI article:Peters, C. H.: Oud - Groningerland, [2]
DOI Page / Citation link:https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0199
aardigste gedeelte van het geheel zijn nog steeds de overwelfde klooster-gangen, breed
2.65 M., met hun spitsbogen van ziende geprofileerde baksteen, rustend op 1.78 M.
boven den vloer op zandsteenen kraagstukjes; de hoogte der kruisgewelven tot tegen
hun sluitsteen bedraagt 3.80 M. -f- vloer. In de 63 cM. zware buitenmuren zitten nog
de oude spitsboogvensters, breed in den dag 1.13, hoog 2.55 M., met zandsteenen
middenstijl, verschillend bewerkte maaswerk-vensters, elk met glas in lood gedicht.
In de noordelijke gang toont een groote nu dichtgemetselde boogopening, dat aldaar
eertijds, uitgebouwd op het binnen-hof een lavatorium moet zijn geweest. Door
verlenging van twee der vier gangen, een door den noord- en een door den oostvleugel
(zie den plattegrond, afb. 30) hebben deze door middel van deuren met bovenlichten, uitgang
naar buiten aan die zijden. Aan die gangen grenzen de kerk en vroeger de voornaamste
Afb. 42. Boerderij te Uithuizermeeden.
vertrekken, en de trappen naar de boven-verdieping met de cellen, enz., welke trappen
nu echter spoorloos verdwenen zijn.
De kerk, een reuzengebouw voor dat plaatsje, inwendig breed 8.70 M. lang 35.40 M.,
bestaat uit een enkel schip, verdeeld in vijf gewelf-velden en eene veelzijdige koorsluiting,
en zij was tot in 1837 gedekt met kruisgewelven, hoog tot hun kruin ± 15 M. fi- vloer,
die, behalve langs den noordelijken zijmuur, gesteund werden door zware conterforten ; die
muur echter, een steen zwaarder gebouwd, was versterkt door de er tegenaan sluitende
voorheen twee verdiepingen hooge omgaande kloostergang. Halverwege hare lengte is
de kerk door een oxaal, onder tot (voorheen overwelfden) doorgang en portaal dienend, in
tweeën gescheiden, in eene koor-ruimte, enkel bestemd voor de klooster-broeders, en in
eene schipruimte, bestemd voor de vele leeke-broeders, de bij- en omwonenden. In die
12
187
2.65 M., met hun spitsbogen van ziende geprofileerde baksteen, rustend op 1.78 M.
boven den vloer op zandsteenen kraagstukjes; de hoogte der kruisgewelven tot tegen
hun sluitsteen bedraagt 3.80 M. -f- vloer. In de 63 cM. zware buitenmuren zitten nog
de oude spitsboogvensters, breed in den dag 1.13, hoog 2.55 M., met zandsteenen
middenstijl, verschillend bewerkte maaswerk-vensters, elk met glas in lood gedicht.
In de noordelijke gang toont een groote nu dichtgemetselde boogopening, dat aldaar
eertijds, uitgebouwd op het binnen-hof een lavatorium moet zijn geweest. Door
verlenging van twee der vier gangen, een door den noord- en een door den oostvleugel
(zie den plattegrond, afb. 30) hebben deze door middel van deuren met bovenlichten, uitgang
naar buiten aan die zijden. Aan die gangen grenzen de kerk en vroeger de voornaamste
Afb. 42. Boerderij te Uithuizermeeden.
vertrekken, en de trappen naar de boven-verdieping met de cellen, enz., welke trappen
nu echter spoorloos verdwenen zijn.
De kerk, een reuzengebouw voor dat plaatsje, inwendig breed 8.70 M. lang 35.40 M.,
bestaat uit een enkel schip, verdeeld in vijf gewelf-velden en eene veelzijdige koorsluiting,
en zij was tot in 1837 gedekt met kruisgewelven, hoog tot hun kruin ± 15 M. fi- vloer,
die, behalve langs den noordelijken zijmuur, gesteund werden door zware conterforten ; die
muur echter, een steen zwaarder gebouwd, was versterkt door de er tegenaan sluitende
voorheen twee verdiepingen hooge omgaande kloostergang. Halverwege hare lengte is
de kerk door een oxaal, onder tot (voorheen overwelfden) doorgang en portaal dienend, in
tweeën gescheiden, in eene koor-ruimte, enkel bestemd voor de klooster-broeders, en in
eene schipruimte, bestemd voor de vele leeke-broeders, de bij- en omwonenden. In die
12
187