Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 10.1917

DOI issue:
[Nr. 4]
DOI article:
Peters, C. H.: Oud - Groningerland, [2]
DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0202

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
de kaart van 1781 van Th. Beckering l); ook op de oudere provinciale kaart, die van 1686
van Gebr. Conders1 2 3) is deze borg in den rand afgebeeld, maar op verre na niet zoo
nauwkeurig. De smalle lange venstervorm, welke van de XVlde tot de XVIIIde eeuw
aan het meerendeel van de woonhuizen in de stad Groningen, zulk een typisch karakter
gaf, is blijkbaar ontleend aan het smalle borg-venster, want de borg, het omgrachte
buitenstaande sfeen-hues, is ouder dan de stins, het steen-hues op een straathoek binnen
de Stad staande.

De Menkema-borg te Uithuizen, afb. 36, hoezeer herhaaldelijk vergroot en verbouwd,
ligt nog als vroeger met zijn klein vóórplein, met steenen waakhuuskens op de hoeken,
door eene breede gracht en hoog geboomte omsloten. Het is nog steeds een typisch
gebouw met zijn topgevels met hun schoorsteenen, met zijn lage bovenverdieping, zijn
vele smalle vensters en zijn drie rijk gebeitelde houten XVIlde-eeuwsche schoorsteenmantels enz.

Afb, 37 is de plattegrond van de Hankemaborg te Zuidhorn bij Groningen,
oorspronkelijk enkel bestaande uit een vleugel, met overwelfden zijgang langs twee
vertrekken eindigend bij de achter-zaal, met vierkant uitgebouwde wenteltrap bezijden,
waartegen later over de diepte der zaal een kleine achter-vleugel is aangebouwd. Eene
houten brug gaf over de gracht toegang tot het oprijplein; afb. 38 is genomen even vóór
de afbraak in 1871. Eigenaardiger dan de voorzijde was echter de lange zij-gevel met
zijn veertiental lange smalle typische Groninger vensters op de verdieping, zijn sierlijke
ankers en zijn in spelenden vorm gemetselde schoorsteen bovendaks.

De Oud-Groninger borg, nog geheel in eigen karakter, is verdwenen; Fraeijlema-
boog te Slochteren heeft behalve zijn ligging, zijn prachtige vóór-laan en geboomte, zijn
gracht, zijn typischen achtkanten toren, uitwendig weinig meer dat aan een ver verleden
herinnert, en de borg de Nienoort bij de Leek is reeds lang geheel verbouwd tot een
modern landhuis.

Afb. 39—40. — Het Raadhuis te Appingedam.

In 1630 werd tegen den vrijstaanden toenmaligen toren der drie hallige parochie-kerk
aangebouwd een zeer karakteristiek klein raadhuisje, breed 6.60 M., verder, achter een

1) Op de: «Kaart of Landtafereel der Provincie van Groningen en Ommelanden” door de Theod.
Beckeringh, in 1781 in ’t koper gegraveerd en uitgegeven in 4 bladen, te zaam groot 1.25 bij 1.34 M. en
opgedragen aan Prins Willem V, zijn een 100 tal toen nog bestaande en 21 voormalige borgen op ’t
zorgvolst aangeduid en tevens in den breeden rand dier kaart, de 24 voornaamste borgen in opstand
afgebeeld.

2) Op de: «Geographische Beschrivinge der Pr. Stadt Groeningen En Ommelanden” door de
gebroeders W. en F. Conders van Helpen, in 1686 door Covnelius Appens in ’t coper gegraveerd, in
4 bladen te zaam 1.25 bij 1,34 M., komen bij name voor een 70-tal borgen, en zijn in den rand 24
dezer met de wapens hunner toenmalige bezitters in opstand afgebeeld, doch zoo schetsmatig, dat zij
als vorm-beeld betrekkelijk weinig studiewaarde hebben.

Hen, die van de Groninger borgen meer wenschen te weten, verwijs ik daarom naar de beide
kaarten, inzonderheid naar de prachtkaart van Beckeringh, en voorts naar het boekwerkje van wijlen
Mr. J. A. Feith. «Ommelander Borgen ”, verschenen in 1896.

190
 
Annotationen